GEVAAR
Voer geen meting uit op een stroomkring van meer dan 750VAC/1000VDC. Dit kan een elektrische schok
veroorzaken of schade aan het toestel of de teststroomkring.
Gebruik het toestel niet als het batterijcompartiment niet gesloten is.
Doe geen stroommeting als de meetsnoeren met het toestel verbonden zijn.
(1)
De piekmodus is werkzaam in de DCA, ACA, DCV en DCA bereiken. Stel de
functieschakelaar in op de gewenste positie.
Opmerking: enkel in het DCA bereik, de nulinstellingsknop gedurende ± 1 seconde indrukken
om de uitlezing op nul te brengen terwijl de stroombek gesloten is.
(2)
Druk tweemaal op de modus-selectietoets om van normale modus over te schakelen naar
piekmodus. Het bericht "PEAK" wordt weergegeven.
(3)
Volg de richtlijnen voor DCA, ACA, DCV of ACV meting.
Ingangsstroom
Behoud van de piekwaarde
OPMERKING:
Voor een nauwkeurige meting, de nulinstellingsknop indrukken om de uitlezing op nul te
brengen nadat men de geleider omsloten heeft of de meetsnoeren met de te testen stroomkring
verbonden heeft. Ga daarna verder met meten.
OPMERKING:
In de piekmodus is de automatische bereikkeuze niet werkzaam; de beschikbare bereiken zijn
de volgende:
DC/ACA: 0 – 400.0A
DC/ACV: 0 – 400.0A
De sluimermodus is ook niet werkzaam in de piekmodus.
6.9.
Meten van het gemiddelde
In deze meetmodus wordt het symbool "AVG" weergegeven.
Het display duidt het gemiddelde aan van zes waarden over een interval van ± 2 seconden.
Deze modus is beschikbaar in de ACV, DV, ACA en DCA bereiken.
(1)
Plaats de functieschakelaar op de gewenste positie.
(2)
Druk éénmaal op de modustoets om van normale modus over te schakelen naar "Average".
Het symbool "AVG" wordt weergegeven.
(3)
Volg de richtlijnen voor ACV, DCV, ACA of DCA meting.
Het display duidt het gemiddelde aan van zes waarden over een interval van ± 2 seconden.
(4)
7.
ANDERE FUNCTIES
7.1.
Sluimermodus
OPGELET
Het toestel verbruikt een kleine hoeveelheid stroom in sluimertoestand. Plaats de functieschakelaar na gebruik
terug op OFF.
11