3.3.2 Starten van de installatie
Tabel 8 Veiligheidsvoorschriften bij het starten van de installatie
•
Controleer of er niemand in de te behandelen ruimte aanwezig
is.
•
Neem maatregelen om te zorgen dat niemand de te behandelen
ruimte kan betreden wanneer de installatie in gebruik is.
•
Informeer werknemers en aanwezigen dat de Enbar in werking
gezet gaat worden.
•
Breng waarschuwingsborden aan op de toegangsdeuren van de
te behandelen ruimte.
•
Zorg dat alle luchtramen en deuren naar buiten toe zijn
gesloten, zodat de nevel de teeltruimte niet kan verlaten.
•
Sluit de Enbar alleen aan op een wandcontactdoos met
randaarde.
•
Volg alle aansluitvoorschriften op.
•
Zorg dat de wielen zijn geblokkeerd met de daarvoor bestemde
blokkering.
•
Plaats de Enbar alleen op een vlakke en stabiele ondergrond.
•
Zorg dat het vloeistofreservoir correct gemonteerd is.
•
Zorg dat de ventilatoren in de lengterichting van (dus parallel
aan) het pad blazen.
Pagina 14 van 32