(Lagere
Maakt de omtrek van een gekozen
beeldscherpte)
punt in het beeld wazig om een
onderwerp te doen opvallen.
1
2
3
(Gedeeltelijk
Omgeeft een gekozen punt met
kleur)
monochroom om een onderwerp
te doen opvallen.
1
2
Past een vissenoogeffect toe
(Vissenooglens)
rondom een gekozen punt.
1
2
3
(Stereffect)
Voegt een stereffect toe aan
lichtbronnen.
1
2
(Radiale
Bepaalt het middelpunt voor het
waas)
uitdrukken van beweging in het
stilstaande beeld.
1
2
(Retro)
Verzacht het beeld door de
scherpstelling te verzachten en het
omgevingslicht te verlagen, zodat
het lijkt alsof het beeld is
opgenomen met een oude camera.
1
2
Selecteer met de regeltoets het
middelpunt van het beeld dat u wilt
bijwerken t MENU
Selecteer het bijwerkingsniveau
t z
Pas het bereik dat u wilt bijwerken
aan met W/T (Zoom)-hendel t
[OK] t z
Selecteer met de regeltoets het
middelpunt van het beeld dat u
wilt bijwerken t MENU
Pas het bereik dat u wilt bijwerken
aan met W/T (Zoom)-hendel t
[OK] t z
Selecteer met de regeltoets het
middelpunt van het beeld dat u wilt
bijwerken t MENU
Selecteer het bijwerkingsniveau
t z
[OK] t z
Selecteer het bijwerkingsniveau
met de regeltoets t z
Pas de lengte die u wilt bijwerken
aan met W/T (zoom)-hendel t
[OK] t z
Selecteer met de regeltoets het
middelpunt van het beeld dat u wilt
bijwerken t MENU
Pas het bereik dat u wilt bijwerken
aan met W/T (Zoom)-hendel t
[OK] t z
Selecteer het bijwerkingsniveau
met de regeltoets t z
Pas het bereik dat u wilt bijwerken
aan met W/T (Zoom)-hendel t
[OK] t z
93
Wordt vervolgd r
NL