Beschikbare opties in livebeeld
Instellingen voor het geselecteerde effect worden aangepast in
de livebeeldweergave, maar worden toegepast tijdens livebeeld
en zoekerfotografie en filmopname.
❚❚ U Foto-illustratie
1
Selecteer livebeeld.
Draai aan de livebeeldschakelaar. Het
beeld door het objectief wordt in de
monitor weergegeven.
2
Pas de dikte van de omtreklijnen
aan.
Druk op J om de rechts getoonde
opties weer te geven. Druk op de 4-
of 2-knop om de omtreklijnen dikker
of dunner te maken.
3
Druk op J.
Druk op J om af te sluiten zodra de instellingen zijn
voltooid. Draai aan de livebeeldschakelaar om
zoekerfotografie te hervatten. De geselecteerde instellingen
blijven van kracht en zijn van toepassing op foto's en films
gemaakt en opgenomen in livebeeld of met behulp van de
zoeker.
Livebeeldschakelaar
63