3
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half
in. Het scherpstelpunt
knippert groen terwijl de
camera scherpstelt. Als de
camera kan scherpstellen,
wordt het scherpstelpunt
groen weergegeven; als de camera niet kan scherpstellen,
knippert het scherpstelpunt rood.
4
Maak de foto.
Druk de ontspanknop
volledig in. De monitor
schakelt uit en het
toegangslampje van de
geheugenkaart brandt
tijdens het fotograferen. De
geheugenkaart mag niet
worden uitgeworpen en de
voedingsbron niet verwijderd
of ontkoppeld voordat het
toegangslampje uit is en de
opname is voltooid. Zodra
de opname is voltooid,
wordt de foto gedurende
enkele seconden in de monitor weergegeven. Draai aan de
livebeeldschakelaar om livebeeld af te sluiten.
44
Scherpstelpunt
Toegangslampje geheugenkaart