-
Plaats papier, transparanten en karton met de aanbevolen afdrukbare zijde naar boven en met de
bovenrand naar voren in de printer. Raadpleeg de verpakking van de transparanten voor meer
informatie over het plaatsen van transparanten.
-
Voer briefhoofdpapier in met de voorbedrukte zijde naar boven gericht, zodat de bovenzijde het
eerst wordt ingevoerd. Als u dubbelzijdig (duplex) wilt afdrukken, plaatst u briefhoofdpapier met
de voorbedrukte zijde omlaag en de onderrand naar voren in de printer.
-
Plaats enveloppen met de flap aan de linkerkant en de afdrukzijde naar beneden.
Let op—Kans op beschadiging: Gebruik geen enveloppen met postzegels, klemmetjes,
drukkers, vensters, bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen. Het gebruik van deze
enveloppen kan de printer ernstig beschadigen.
5. Geef in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer het papierformaat en de papiersoort
op die overeenkomen met het papier of speciale afdrukmateriaal in de universeellader.
Naslagkaart
- 19 -