I. Installatie en onderhoud
• Alvorens werkzaamheden aan het apparaat uit te voeren, waaronder de installatie, de inbedrijfstelling, het gebruik, het onderhoud, dient het hiermee
belaste personeel kennis te nemen van alle instructies en aanbevelingen die vermeld worden in de installatiehandleiding van het apparaat, alsmede
van de aanwijzingen van het technisch dossier van het project.
• Het personeel dat belast is met de ontvangst van het apparaat, dient de levering visueel te inspecteren op eventuele transportschade: koelcircuit,
elektrische kast, chassis en plaatwerk.
• Het is verboden om het apparaat te installeren in de nabijheid van:
- een warmtebron
- brandbare stoffen
- een luchtinlaatopening van een aangrenzend gebouw.
• Voor bepaalde apparaten dient men verplicht een afsluithek te gebruiken als de installatie uitgevoerd wordt op een plaats waarvan de toegang niet
gereglementeerd is.
• Het apparaat dient geïnstalleerd, in bedrijf gesteld, onderhouden en gerepareerd te worden door vakbekwaam personeel, in overeenstemming met de
eisen van de van kracht zijnde richtlijnen, wetten, voorschriften en volgens de geldende beroepsregels.
• Tijdens de installatie-, reparatie- en onderhoudsfasen, is het verboden om de leidingen als opstap te gebruiken: onder deze belasting zouden de
leidingen kunnen breken en zou de koelvloeistof ernstige brandwonden kunnen veroorzaken.
• Tijdens de onderhoudsfase van het apparaat, dienen de samenstelling en de staat van de warmtegeleidende vloeistof gecontroleerd te worden en
dienen eventuele sporen van koelvloeistof opgespoord te worden.
• Tijdens de jaarlijkse controle dient in overeenstemming met de van kracht zijnde wetgeving de afdichting van het apparaat, de juiste aansluiting van
de hoge en lage drukregelaars op het koelcircuit en de onderbreking van het elektrisch circuit in geval van activering gecontroleerd te worden.
• Tijdens de onderhoudsfase dient men te controleren of er geen sporen zijn van corrosie of olievlekken rond de koelcomponenten.
• Voorafgaand aan welke werkzaamheden ook aan het koelcircuit, dient men het apparaat verplicht uit te schakelen en enkele minuten te wachten
alvorens temperatuur- of drukmeters aan te brengen, omdat bepaalde onderdelen, zoals de compressor en de leidingen, temperaturen van meer dan
100°C kunnen bereiken en de hoge drukken ernstige brandwonden kunnen veroorzaken.
II. Reparaties
• Alle werkzaamheden aan het koelcircuit dienen uitgevoerd te worden volgens de van kracht zijnde vak- en veiligheidsvoorschriften: opvang van de
koelvloeistof, solderen met stikstof, enz ...
• Soldeerwerkzaamheden dienen uitgevoerd te worden door erkende soldeerspecialisten.
• Raadpleeg voor apparaten die gevuld zijn met R410A de specifieke voorschriften in de installatiehandleiding.
• Dit apparaat is uitgerust met onderdelen onder druk, waarvan sommige gefabriceerd kunnen zijn door PSA, zoals de leidingen. Gebruik ter
vervanging van defecte onderdelen uitsluitend originele onderdelen zoals vermeld in de lijst van de losse onderdelen.
• Voor de vervanging van de leidingen mag uitsluitend gebruik gemaakt worden van koperen buizen overeenkomstig de norm NF EN 12735-1.
• Detectie van lekken, testen onder druk:
- gebruik nooit droge zuurstof of lucht, gevaar voor brand of ontploffingen
- gebruik gedehydreerde stikstof of een mengsel van stikstof en het op het typeplaatje aangegeven koelmiddel
- De proefdruk aan de lage en hoge drukzijde mag niet meer bedragen dan 42 bar.
• Voor leidingen van het hogedrukcircuit uitgevoerd met een koperen buis van een diameter gelijk aan of meer dan 1''5/8, dient een certificaat §2.1
overeenkomstig de norm NF EN 10204 aangevraagd te worden bij de leverancier en dat aan het technisch installatiedossier toegevoegd dient te
worden.
• Iedere vervanging van onderdelen door niet originele onderdelen, iedere wijziging van het koelcircuit, iedere vervanging van de koelvloeistof door een
andere dan de op het typeplaatje aangegeven koelvloeistof, ieder gebruik van het apparaat buiten de in de documenten vermelde toepassingslimieten,
leidt tot het verval van de CE conformiteit aan de PED richtlijn en valt onder de verantwoordelijkheid van degenen die deze wijzigingen uitvoeren.
• De technische informatie met betrekking tot de veiligheidseisen van de verschillende toegepaste richtlijnen staan aangegeven op het typeplaatje, al
deze informatie dient geregistreerd te worden in de installatiehandleiding die deel uit dient te maken van het technische installatiedossier:
- Model – code – serienummer
- Max. en Min. TS
- PS
- Bouwjaar
- CE aanduiding
- Adres van de fabrikant
- Koelvloeistof en gewicht
- Elektrische parameters
- Thermodynamische en akoestische prestaties.
• de richtlijn ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT 89/336/EEG
AANVULLENDE AANBEVELINGEN
inzake de Richtlijn Drukapparatuur (PED-97/23/EG)
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
DE WARMTEPOMPEN VOOR ZWEMBADEN EDENPAC
voldoen aan de bepalingen van:
• de richtlijn LAAGSPANNING 73/23/EEG
De volgende geharmoniseerde normen zijn toegepast:
NF EN 60335.1
NF EN 60335.2.40
|