Montage- en bedieningsrichtlijnen
Gascondensatieketel WTC-GB 15 ... 32-B
11 Technische documenten
11.3.2 Bedrijfsmodi
Volgende bedrijfsmodi van de interne pompen van de WTC zijn mogelijk
[hfst. 6.6.2.2]:
Proportioneel vgl. vermogen
Bij deze regelingsvariante wordt het pompvermogen aangepast aan het gevraagde
brandervermogen (vermogen ≙ vermogen WTC).
Evenwichtsflesregeling
Bij de evenwichtsflesregeling moduleert de pomp in functie van het
temperatuurverschil tussen evenwichtsflesvoeler en vertrekvoeler.
Via parameter 2.2.12 Traagheid pomp intern kan de
evenwichtsflesregeling aan de omstandigheden van de installatie aangepast
worden.
Debietregeling
Enkel in verbinding met buffervatregeling.
Bij de debietregeling is een vast pompvermogen vooraf bepaald. Als het debiet te
hoog is, wordt het pompvermogen gereduceerd.
Proportionele druk trap 1 ... 3 [hfst. 3.5.7]
Bij de proportionele drukregeling wordt het drukverschil in de pomp in functie van
het debiet geregeld. De opvoerhoogte wordt gereduceerd wanneer het debiet
daalt.
De regelvariante wordt bij installaties moet hoge drukverliesschommelingen
aanbevolen.
Constante druk trap 1 ... 3 [hfst. 3.5.7]
Bij constante drukregeling wordt het drukverschil in de pomp op een constante
waarde ingesteld. De opvoerhoogte wordt onafhankelijk van het debiet constant
gehouden.
De regelvariante wordt bij installaties met lage drukverliesschommelingen (bijv.
vloerverwarming) aanbevolen.
Proportionele druk auto-aanpassing
Automatische omschakeling tussen de proportionele drukniveaus (curves).
Bij de proportionele drukregeling wordt het drukverschil in de pomp in functie van
het debiet geregeld. De opvoerhoogte wordt gereduceerd wanneer het debiet
daalt.
De regelvariante wordt bij installaties moet hoge drukverliesschommelingen
aanbevolen.
Constante druk auto-aanpassing
Automatische omschakeling tussen de constante drukniveaus (curves).
Bij constante drukregeling wordt het drukverschil in de pomp op een constante
waarde ingesteld. De opvoerhoogte wordt onafhankelijk van het debiet constant
gehouden.
De regelvariante wordt bij installaties met lage drukverliesschommelingen (bijv.
vloerverwarming) aanbevolen.
163-208
83326607 1/2022-08 Luw