De volgende controles uitvoeren gedurende de inbedrijfstelling of na een controlebeurt van de brander:
Verwijder de vlamdetectiecel, dek deze af en start de brander
Normale aanloop: met een werkende brander, de vlamdetector
verwijderen en hem afdekken
Aanloop van de brander : de vlamdetector is verlicht
Start de brander een aantal maal en controleer het programmaverloop op de brander automaat.
Alvorens de installatie te verlaten moet de installateur:
•
Het correct functioneren van de apparatuur van de ketel en van de thermostaten controleren.
•
De correcte afstelling van de thermostaten controleren.
•
De controlefiche invullen die zich aan de achterkant van de gebruiksinstructies bevindt.
•
In de gebruiksinstructies uw naam en telefoonnummer aangeven.
•
De gebruiker van de installatie op de hoogte stellen van de gebruiksinstructies die bij dit document horen en in het bijzonder van de
paragraaf "Brander op veiligheids modus".
•
De handleiding aan de gebruiker overhandigen.
De brander en de ketel dienen ten minste een jaarlijkse onderhouds- en schoonmaakbeurt te krijgen, en ook ten minste een jaarlijkse afstelling.
Deze handelingen dienen door een bevoegd vakman uitgevoerd te worden.
Wanneer de temperatuur van de verbrandingsgassen aanzienlijk is gestegen, is de ketel vuil en moet deze worden gereinigd.
1.
Monteer de manometer en de vacuümmeter op de pomp van de brander.
2.
De brander in werking stellen.
3.
De verbrandingsmetingen en de werkingscontrole uitvoeren.
4.
De meetresultaten aangeven in de controlefiche aan de achterkant van de gebruiksinstructies.
5.
De hoodschakelaar van de verwarmingsinstallatie uitschakelen en de brander losmaken van de elektrische installatie.
6.
De staat van de verbrandingskop controleren en van de rookgascircuits. Indien nodig het roet verwijderen.
7.
Alle componenten van de brander demonteren en schoonmaken.
8.
Controleer de staat van de sproeier. Controleer de staat van de elektroden (Vervang elk jaar indien nodig ).
9.
De defecte onderdelen vervangen.
10.
De brander opnieuw monteren.
11.
De elektrische aansluitingen van de brander controleren.
12.
De hoofdschakelaar van de verwarmingsinstallatie inschakelen en de brander afstellen.
13.
De verbrandinsgmetingen uitvoeren (ketel op werkingspositie).
14.
De resultaten van de uitgevoerde metingen en het vervangen materiaal aangeven in de controlefiche aan de achterkant van de gebruiksinstructies.
15.
Een eindcontrole van de werking uitvoeren en de eindcontroles.
14
Werkingscontrole
Na de veiligheidstijd, dient de relais op de veiligheids modus komen te
De brander start opnieuw na het verstrijken van de veiligheidstijd, de relais
De bedieningsinrichting moet na een voorventilatietijd van ongeveer 15
Eindcontroles
Onderhoud van de brander
Onderhoudsprocedure
OPN/OCN 160 LEV - 300005999-001-E - 07/2006
staan. De brander stopt.
moet overschakelen naar de veiligheids modus.
overschakelen naar de veiligheids modus. De brander stopt.