8.3.2. Instellingen worden bewerkt op een extern beeldscherm
Laden is uitgeschakeld wanneer een
is ook het geval wanneer een
SmartSolar Control beeldscherm
Als het instellingenmenu op het beeldscherm gesloten wordt, gaat het laden verder.
8.3.3. Uitgeschakeld in de instellingen
De lader is uitgeschakeld in de instellingen.
Controleer de pagina accu-instellingen van de VictronConnect-app om te controleren dat de lader ingeschakeld is.
8.3.4. Uitgeschakeld door remote of BMS
De lader werd uitgeschakeld door de remote aansluitklem of de VE.Direct-poort.
Let op dat in systemen met lithium-accu's samen met een externe BMS het kenmerkend is voor de PV-lader om indien
noodzakelijk in- of uitgeschakeld te worden., Dit gebeurt wanneer de BMS de lader uitschakelt vanwege volle accu's of lage
temperaturen (onder ~5 °C). Laden gaat automatisch verder als de accu's ontladen of opgewarmd zijn.
Als de PV-lader onverwacht uitgeschakeld werd, controleer dan het volgende:
Controle remote aansluitklem
Kenmerkend moeten zowel de remote aansluitklem als de draadlus aanwezig zijn voor correcte werking van de PV-lader.
In meer geavanceerde systemen kan de remote aan/uit aansluitklem aangesloten zijn op een extern apparaat, zoals een
schakelaar, relais of accu BMS-systeem voor externe besturing.
Stap 1
Verifieer dat aansluitklem met de draadlus aanwezig is.
Stap 2
Verifieer dat het aansluitklem volledig is ingestoken.
Stap 3
Verifieer dat de draadlus elektrisch contact maakt met de aansluitklem.
Let op de verschillende methodes dat de PV-lader geactiveerd kan worden via de remote aansluitklem:
• AAN wanneer de L- en H-klemmen met elkaar zijn verbonden via een schakelaar of relaiscontact.
Stap 4
• AAN wanneer de L-terminal is verbonden met de accu minpool (VL < 3,5 V).
• AAN wanneer de H-klem hoog is (2,9 V < VH < Vbat).
Functionaliteitscontrole VE.Direct RX poort
De VE.Direct poort kan gebruikt worden om de PV-lader in- of uit te schakelen door de RX-functionaliteit in combinatie met,
bijvoorbeeld, een
VE.Direct niet-inverterende
controleer dat de RX-poort juist is ingesteld. Raadpleeg voor meer informatie het
Stap 1
hoofdstuk en de
Controleer, wanneer een
Stap 2
staat is.
Als een niet-Victron kabel wordt gebruikt, controleer dan of deze juist is samengesteld. Raadpleeg voor meer
Stap 3
informatie de
VE.direct protocol
8.3.5. Lage lithium accutemperatuur
Laden kan opgeschort worden wanneer de accutemperatuur laag is, als deel van het accubeschermingsmechanisme, zonder
noodzakelijkerwijs een probleem aan te geven. De grondgedachte achter deze voorzorgsmaatregel is dat lithium accu's vatbaar
zijn voor schade wanneer wordt geladen bij temperaturen onder 5 °C.
Wanneer deze bescherming onnodig gestart wordt, neem dan contact op met de installateur om de desbetreffende instellingen
aan te passen.
Pagina 47
MPPT zonnelader handleiding
MPPT Control
extern beeldscherm gebruikt wordt om instellingswijzigingen te maken. En dit
gebruikt wordt.
VictronConnect-app lader in- / uitschakelinstelling
aan/uit-kabel).
VE.direct protocol
documentatie.
VE.Direct niet-inverterende remote
documentatie.
Remote connector met draadlus.
RX-Poortinstellingen [31]
aan/uit-kabel) gebruikt wordt of de kabel in goede
Problemen oplossen