45???? · 02/2013 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
WWP S 90 IDH
7 Montage
7.3
Aansluiting aan de kant van de warmtebron
De aansluiting dient als volgt te worden uitgevoerd:
De glycolwaterleiding op vertrek en terugloop warmtebron van de warmtepomp aan-
sluiten.
Daarbij moet het hydraulische integratieschema in acht genomen worden.
OPGELET!
ACHTUNG
In de warmtebroningang van de warmtepomp moet de bijgevoegde vuilzeef worden
gemonteerd om de verdamper tegen verontreiniging te beschermen.
Het glycolwater moet vóór het vullen van de installatie worden vervaardigd. De concen-
tratie glycolwater moet minimaal 25 % zijn. Dit garandeert vorstbestendigheid tot ca. -
14 °C.
Er mogen uitsluitend antivriesmiddelen op monoethyleenglycol- of propyleenglycolba-
sis worden gebruikt.
De warmtebroninstallatie moet worden ontlucht en op dichtheid worden gecontro-
leerd.
ACHTUNG
OPGELET!
Het glycolwater moet minstens voor 25 % uit een antivriesmiddel op mono-
ethyleenglycol- of propyleenglycolbasis bestaan en moet voor het vullen gemengd
worden (we raden aan om Weishaupt kant-en-klaar glycolwater-
warmtedragermengsel te gebruiken).
ACHTUNG
OPGELET!
In de warmtebronkring moet ter plaatse voor een geschikte luchtafscheider
(microluchtbellenafscheider) gezorgd worden.
7.4
Temperatuurvoeler
De volgende temperatuurvoelers zijn reeds ingebouwd resp. moeten aanvullend wor-
den gemonteerd.
Buitentemperatuur (R1) bijgesloten (NTC-2)
Teruglooptemperatuur verwarmingskring (R2) ingebouwd (NTC-10)
Teruglooptemperatuur primaire kring (R24) ingebouwd (NTC-10)
Vertrektemperatuur verwarmingskring (R9) ingebouwd (NTC-10)
Vertrektemperatuur primaire kring (R6) ingebouwd (NTC-10)
11