Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbedrijfstelling; Bevestiging - IKA RW 47 digital Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Voor het juiste gebruik moet het roertoestel
RW 47 digital met vier schroeven aan een
stabiel statief (bijv. R 474 of R 472 ) worden
bevestigd en bedraad worden volgens het be-
dradingsschema. De roerhouder moet uit vei-
ligheidsoverwegingen altijd goed vastgezet zijn.
Bovendien moet de bevestigingsvoorziening (b.v.
vloerstatief, telescopisch statief) stevig gemon-
teerd zijn, en mag zij niet kunnen kantelen of
beginnen te "lopen" tijdens de werking van het
roertoestel. Het toebehoren moet gemonteerd en
bedraad worden volgens de aanwijzingen in de
montagehandleiding (Fig. 3 tot en met Fig. 7).
Als het roertoestel zo gebruikt wordt dat de UIT-
schakelaar (B, zie Fig. 1) op het apparaat niet te
bereiken is, moet ervoor worden gezorgd dat er
een aanvullende, goed te bereiken NOODSTOP-
toets wordt aangebracht in het werkgebied.
Bevestiging van het roerwerk aan het statief
Montageafbeelding
Het roerwerk RW 47 digital wordt op de statiefarm
gezet en met de meegeleverde schroeven van bene-
den af vastgeschroefd. Bij het vastschroeven van het
roerwerk is een assistent nodig.
De meegeleverde kabelklem is nodig om de netkabel
van het toestel te bevestigen (zie Fig. 6 en Fig. 7).
Controleer voor elke inbedrijfstelling en met regel-
matige tussenpozen of het roerwerk goed vastzit.
De positie van het roerwerk mag alleen worden
veranderd terwijl het toestel stilstaat en de stekker
uit het stopcontact getrokken is.
Bevestiging van het roerwerktuig in de klembus
Montageafbeelding
Schuif het roerwerktuig (I) in de klembus (H). Haal
de klembus krachtig aan met de klembussleutel (G).
Het roerwerktuig mag alleen worden verwisseld
terwijl het toestel stilstaat en de stekker uit het
stopcontact getrokken is.
Bevestiging van de roerasbescherming
Montageafbeelding
Gebruik bij het werken met het toestel een roe-
rasbescherming (K) (bijv. R 301) ter bescherming
tegen verwondingen.
Met de schroeven (J) worden de halve kunststof-
schalen aan het roertoestel (M) bevestigd zoals op
de foto van Fig. 5. Met de schroef (L) kan de roe-
rasbescherming in lengte worden veranderd.

Inbedrijfstelling

Bevestiging

(zie Fig. 3)
(zie Fig. 4)
(zie Fig. 5)
Als aan deze voorwaarden
is voldaan, is het apparaat
bedrijfsklaar nadat de stek-
ker in het stopcontact is
gestoken.
Punten waar sprake is van bijzondere gevaren (zo-
als b.v. gevaar voor bekneld raken, draaiende de-
len, bevestigingsschroeven voor statiefstaanders
en wielen enz.), worden op Fig. 8 aangegeven
met een uitroepteken! Tijdens de werking moet
goed op alle gevaarlijke punten worden gelet!
Controleer voor elke inbedrijfstelling en met re-
gelmatige tussenpozen of de roerasbescherming
goed vastzit. De positie van de roerasbescherming
mag alleen worden veranderd terwijl het toestel
stilstaat en de stekker uit het stopcontact getrok-
ken is.
Bevestiging van de veiligheidseindschake-
laar met het vloerstatief R 472
Montageafbeelding
Er bestaat gevaar voor beknelling tussen de
veiligheidseindschakelaar, het schakelcon-
tact en de eindaanslag!
Monteer de veiligheidseindschakelaar SI 400 samen
met de houder SI 472 aan het vloerstatief R 472.
Neem hiervoor de aanwijzingen in de montagehand-
leiding "Veiligheidseindschakelaar" op Fig. 6 in
acht.
Bevestiging van de veiligheidseindschake-
laar met het telescopische statief R 474
Montageafbeelding
Er bestaat gevaar voor beknelling tussen de
veiligheidseindschakelaar, het schakelcon-
tact en de eindaanslag!
Monteer de veiligheidseindschakelaar SI 400 sa-
men met de houder SI 474 aan het telescopische
statief R 474. Neem hiervoor de aanwijzingen in
de montagehandleiding "Veiligheidseindscha-
kelaar" op Fig. 7 in acht.
(zie Fig. 6)
(zie Fig. 7)
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave