Inhoudsopgave
Advertenties
Het vermogen van de uitgaande as is bij verwaar-
lozing van alle verliezen, tijdens de energieover-
dracht (transformatie) altijd net zo groot als het
door de motor afgegeven vermogen. In het drijf-
werk vindt uitsluitend een transformatie van het
toerental en het draaimoment plaats, die zuiver
theoretisch kan worden beschreven door de ka-
rakteristiek van Fig. 2.
De driefasemotor op kogellagers is onderhouds-
vrij. Hij heeft in zijn in zijn aangebouwde scha-
kelkast een speciale beveiliging voor bedrijf bij
te hoge stroom en te lage spanning (onderspan-
ningslosser), om de motor blijvend uit te schake-
len en beschadiging door hitte te vermijden. Het
toestel kan vervolgens pas worden ingeschakeld
als de voor de motor vereiste energietoevoer weer
hersteld is, door de AAN-schakelaar (A, zie Fig. 1)
te bedienen.
De gegevens met betrekking tot de aansluiting en
de dimensionering van de motor zijn te vinden op
de typeplaat op de motor.
Omschakeling van de overbrenging
Met de knop (E, zie Fig. 1) op de voorkant van het
apparaat kan een van de twee mogelijke overbren-
gingstrappen (I en II) worden gekozen. Het om-
schakelen naar een andere bedrijfswijze mag alleen
gebeuren wanneer het apparaat uitgeschakeld is
(de motor stilstaat), om schade aan de tandwielen
te voorkomen.
In de klembus en aandrijfas kunnen de door IKA
toegelaten roerwerktuigen worden bevestigd (zie
het hoofdstuk "Toegestane roertoestellen van
IKA").
De uitgaande as is geen holle as.
Het toerental wordt ingesteld met de draaiknop
aan de zijkant (C, zie Fig. 1).
De slijtage van het wrijvingswiel wordt door een
aan de aandrijving aangepaste schroefkoppeling
laag gehouden. De op het wrijvingswiel noodza-
kelijke drukkracht wordt door de schroefkoppe-
ling overeenkomstig het op de roeras werkende
momentverloop gecorrigeerd. Bij een klein draai-
moment werkt er een kleine drukkracht; bij een
groot draaimoment een grote.
Motorbescherming
Verder zit er in de motorschakelkast een aansluit-
mogelijkheid voor de veiligheidsschakelaar SI 400,
zodat men het apparaat, bij gebruik in combinatie
met een IKA-statief, kan laten inschakelen op een
vastgelegde hoogte in het werkveld van het statief.
Als het roertoestel zo gebruikt wordt dat de UIT-
schakelaar (B, zie Fig. 1) op het apparaat niet te
bereiken is, moet ervoor worden gezorgd dat er
een aanvullende, goed te bereiken NOODSTOP-
toets wordt aangebracht in het werkgebied.
De pijl op de sticker op de voorkant geeft de draai-
richting van de klembus aan.
WAARSCHU-
WING
Aandrijfas
GEVAAR
Toerentalweergave
Het toerental wordt rechtstreeks in omwentelin-
gen per minuut (rpm) weergegeven op het led-
display (D, zie Fig. 1).
Alleen omschakelen in
stilstand!
Neem hierbij de aanwij-
zingen van de paragraaf
"Veiligheidsaanwijzingen"
in acht!
10
Advertenties
Inhoudsopgave
