Menu 5.2 - systeeminstellingen
Hier laat u de warmtepomp weten welke accessoire hier
geïnstalleerd zijn.
Er zijn twee manieren waarop aangesloten accessoires
geactiveerd kunnen worden. U kunt het alternatief
markeren in de lijst of gebruik maken van de automati-
sche functie "geïnstalleerde acc. zoeken".
geïnstalleerde acc. zoeken
Markeer "geïnstalleerde acc. zoeken" en druk op de OK-
toets om automatische aangesloten accessoires voor de
F730 te vinden.
Menu 5.3 - instellingen accessoire
De bedrijfsinstellingen voor accessoires die geïnstalleerd
en geactiveerd zijn, worden verricht in de daarvoor be-
doelde submenu's.
Dit is ook waar u de buitenluchtklep activeert.
Menu 5.3.3 - extra klimaatsysteem
mengklep versterker
Instelbereik: 0,1 – 10,0
Standaardwaarde: 1,0
mengklep stap vertraging
Instelbereik: 10 – 300 s
Standaardwaarde: 30 s
De shuntversterking en shuntwachttijd voor de verschil-
lende, geïnstalleerde extra klimaatsystemen worden ook
hier ingesteld.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
Menu 5.3.11 - modbus
adres
Fabrieksinstelling: adres 1
Vanaf Modbus 40 versie 10 kan het adres worden inge-
steld tussen 1 - 247. Eerdere versies hebben een statisch
adres.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
Menu 5.4 - in-/uitgangen software
Hier kunt u selecteren op welke in-/uitgang van de in-
gangsprintplaat (AA3) de externe contactfunctie (pagina
24) moet worden aangesloten.
Te selecteren ingangen op klemmenstrook AUX1-5 (AA3-
X6:9-18) en uitgang AA3-X7 (op de ingangsprintplaat).
NIBE F730
Menu 5.5 - service fabriekinstelling
Alle instellingen kunnen hier worden gereset (inclusief
instellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker) naar
standaardwaarden.
Voorzichtig!
Bij het resetten wordt bij de volgende start van
de warmtepomp de startgids weergegeven.
Menu 5.6 - geforceerde regeling
U kunt hier de verschillende componenten in de warm-
tepomp en eventueel aangesloten accessoires regelen.
Menu 5.7 - startgids
Wanneer de warmtepomp voor de eerste keer wordt
gestart, opent de startgids ook automatisch. Hier kunt
u deze handmatig starten.
Zie pagina 29 voor meer informatie over de startgids.
Menu 5.8 - snelstart
Van hieruit is het mogelijk om de compressor te starten.
LET OP!
Er moet een warmtevraag of een warmtapwa-
tervraag zijn om de compressor te starten.
LET OP!
U kunt de compressor beter niet te vaak snelstar-
ten gedurende een kort periode, want hierdoor
kunnen de compressor en zijn nevenapparatuur
beschadigen.
Menu 5.9 - vloerdroogfunctie
duur periode 1 – 7
Instelbereik: 0 – 30 dagen
Fabrieksinstelling, periode 1 – 3, 5 – 7: 2 dagen
Fabrieksinstelling, periode 4: 3 dagen
temp. periode 1 – 7
Instelbereik: 15 – 70 °C
Standaardwaarde:
temp. periode 1
temp. periode 2
temp. periode 3
temp. periode 4
temp. periode 5
temp. periode 6
temp. periode 7
Stel hier de functie drogen ondervloer in.
20 °C
30 °C
40 °C
45 °C
40 °C
30 °C
20 °C
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
41