NL
Voor uw veiligheid
Deze apparatuur kan tijdens stroomstoringen niet gebruikt worden voor het bellen naar hulpdiensten. Er
moeten andere communicatiemogelijkheid beschikbaar zijn om tijdens noodgevallen te bellen.
Om schade en storingen te voorkomen:
- Het toestel niet aan vloeistoffen blootstellen.
- De behuizing niet openen om het gevaar van electrische schokken te voorkomen.
- Gebruik uitsluitend batterijen van hetzelfde type die zijn meegeleverd.
- De telefoon niet blootstellen aan overmatige hitte van verwarmingsbronnen, of aan direct zonlicht.
- De handset niet laten vallen of zware voorwerpen laten vallen op uw telefoon.
- Geen schoonmaakmiddellen gebruiken die alcohol, amoniak, of schurende stoffen bevatten, omdat
deze het toestel kunnen beschadigen.
- Gebruik van mobiele telefoons in de nabijheid kan storingen veroorzaken.
Omgevingstemperaturen voor gebruik en opslag
- Gebruik het toestel bij temperaturen tussen de 0 en 35º C (32 tot 95º F).
- De opslagtemperatuur moet tussen de -20 en 45º C (-4 tot 113º F) zijn.
- De gebruiksduur van de batterijen kan nadelig beïnvloed worden door lage temperaturen.
Vereisten voor installatie
Dit product vereist 220-240 V wisselspanning, uitgezonderd IT-installaties gedefineerd in de standaard EN 60-
950. Bij stroomstoringen kan de verbinding verbroken worden.
Het electrische netwerk is volgens de richtlijnen in de standaard EN 60-950 als gevaarlijk geklassificeerd. De
voeding kan alleen ontkoppeld worden door de adapter uit de contactdoos te trekken. Gebruik een
contactdoos dichtbij het toestel zodat deze binnen handbereik is.
De voltage op het netwerk is geklassificeerd als TNV-3 (Telecommunication Network Voltages), gedefineerd
als standaard EN 60-950.
Hulp nodig?
Voor informatie of het verhelpen van storing en veel gestelde vragen:
Oplossen van
Hulp op het internet
www.p4c.philips.com
4
Belangrijke informatie
problemen:
bladzijde 57