2. Verwijder de bouten, ringen en borgmoeren waarmee
de de kogelverbinding van de hefarm aan de buis
van de zwenkwielarm van het maaidek is bevestigd
(Figuur 4).
1. Kogelverbinding van hefarm (2)
3. Verwijder het maaidek van de tractie-eenheid.
4. Schuif het nieuwe maaidek op zijn plaats en monteer
het aan de tractie-eenheid door de stappen in
omgekeerde volgorde uit te voeren.
Zijmaaidek vervangen
1. Verwijder de R-pen en de gaffelpen waarmee de
maaihoogteschakel is bevestigd aan de de beugels
voor de gekozen maaihoogte op het dek (Figuur 5).
1. Maaihoogteschakel
2. Verwijder (8) bouten, ringen en borgmoeren waarmee
de hefarmbevestiging aan de maaidekbeugels
bevestigd is (Figuur 6).
Figuur 4
Figuur 5
1. Hefarmbevestiging
3. Verwijder het maaidek van de tractie-eenheid.
4. Schuif het nieuwe maaidek op zijn plaats en monteer
het aan de tractie-eenheid door de stappen in
omgekeerde volgorde uit te voeren.
5. Controleer als volgt de uitlijning van het maaidek
met de tractie-eenheid:
A. Zorg ervoor dat de machine op een hard
oppervlak staat.
B. Plaats een vierkante of rechte hoek tegen
het gelaste gedeelte van het maaidek met de
zwenkwielvorkconstructie (Figuur 7). Gebruik
niet de zwenkwielvorkconstructie zelf.
C. Meet de afstand vanaf de binnenrand van de
velg (niet vanaf de buitenrand van de velg)
tot de rechte hoek op de twee plaatsen zoals
2
Figuur 6
2. Montagebouten, ringen en
borgmoeren (8)
Figuur 7