68
nl | Diagnose
Verwachte problemen na opnieuw opstarten:
De tabel geeft inconsistenties aan tussen de netwerkinstellingen die reeds geconfigureerd zijn
in de centrale maar pas actief worden bij een herstart ("opgeslagen") en de instellingen die
geconfigureerd zijn in RPS ("geconfigureerd").
14.7.3
Ethernet ports
Een tabel weergeven met een overzicht van de verschillende parameters en de status van de
twee ethernet-poorten:
1.
2.
3.
Er wordt informatie over de volgende parameters weergegeven in de tabel:
–
–
–
–
–
–
14.7.4
Send ping command
Er kan een ping-opdracht naar een specifiek IP-adres worden verzonden om de
beschikbaarheid van andere knooppunten binnen het netwerk te controleren:
1.
2.
3.
4.
14.7.5
Ethernet redundancy
Een lijst weergeven met details over de redundantie-modus, RSTP-parameters, de hoofdbrug
en lokale brug alsmede informatie over de twee ethernet-poorten:
1.
2.
3.
Er wordt een lijst met details over het volgende weergegeven:
–
–
2019.02 | 8.0 | F.01U.258.935
Selecteer in het startmenu Diagnose
Netwerkservices
Ethernet-poorten
Er wordt informatie over Ethernet-poort 1 weergegeven.
U kunt de pijltoets op het display gebruiken om naar details van Ethernet-poort 2 te gaan.
Om weergegeven informatie bij te werken selecteert u Vernieuwen.
Port status
Koppelingsstatus: controleert de werking van de netwerkkabel
Snelheid: snelheid van de netwerkverbinding
#Tx-frames: aantal verzonden datapakketten
#Rx-frames: aantal ontvangen datapakketten
Verbonden met: geeft aangrenzend beschikbaar knooppunt aan
Selecteer in het startmenu Diagnose
Netwerkservices
Ping-commando verzenden
Voer het IP-adres van het netwerkknooppunt in om de beschikbaarheid te beoordelen en
selecteer Ping-commando verzenden.
Een IP-adres invoeren:
Raak het veld met het IP-adres aan. Gebruik de pijltoetsen op het bedieningspaneel om
de individuele nummers te selecteren en aan te passen met behulp van de
nummertoetsen op het alfanumerieke toetsenblok.
Of:
Raak het veld Wijzigen aan. Raak het veld aan met het te wijzigen toetsenblok. Gebruik
de pijltoetsen op het bedieningspaneel om het gewenste cijfer te selecteren en aan te
passen met behulp van de cijfertoetsen op het alfanumerieke toetsenblok.
Als het geadresseerde netwerkknooppunt beschikbaar is, wordt een overeenkomstige
melding weergegeven.
Selecteer in het startmenu Diagnose
Netwerkservices
Ethernet-redundantie
Redundantiemodus
Root bridge/local bridge:
Bedieningshandleiding
Paneelcontroller
Bosch Sicherheitssysteme GmbH