Demontage van de belangrijkste functiegroepen
4.7
Condenswatersifon reinigen
Om morsen van het condenswater te vermijden is het
aan te bevelen de complete sifon los te nemen.
B Condenswatersifon losschroeven en in een van te
voren ondergebrachte opvang bak opvangen.
Afb. 12
B Condenswatersifon met ca. 1/4 L water vullen en
weer monteren.
4.8
Motor omschakelventiel (afb. 13)
B Schakel het toestel uit.
B Stekker van omschakelventiel los nemen.
B Bevestigingsveer van motor los nemen.
B Motor afnemen.
74
6 720 610 332-72.1R
4.9
Omschakelventiel
B Schakel het toestel uit.
B Onderbreek de netspanning naar het toestel.
B Evt. servicekranen sluiten.
B Onderbreek de netspanning naar het toestel.
B Toestel aftappen.
B Stekker van omschakelventiel los nemen.
B Bevestigingsveer van motor los nemen.
B Motor afnemen.
B Bevestigingsveren van pijpverbindingen los nemen.
B Pijpverbindingen los nemen.
B Omschakelventiel los nemen.
Afb. 13
Na de inbouw:
B Installatie bijvullen en ontluchten (zie installatievoor-
schrift).
7 181 465 330-12.1R
7 181 465 332 (04.02)