BELANGRIJKE INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE
Om zware of dodelijke verwondingen te vermijden:
1. Lees en volg alle installatie-instructies en waarschuwingen
2. Installeer de poortaandrijving enkel op correct uitgebalanceerde en
gesmeerde poorten. Een niet uitgebalanceerde poort kan in geval
van nood niet omkeren en zodoende zware of dodelijke
verwondingen veroorzaken.
3. Alle herstellingen aan kabels, veren of andere onderdelen moeten
vóór de installatie worden uitgevoerd door gekwalificeerde
poortspecialisten.
4. Deactiveer alle sloten en verwijder alle kabels die met de poort zijn
verbonden, vooraleer u de poortaandrijving installeert of in gebruik
neemt. Zo vermijdt u gevaar door verstrengeling met de kabel.
5. De noodontgrendelingsgreep niet hoger dan 1,8m aanbrengen.
6. De aandrijving NOOIT op een stroombron aansluiten vooraleer u
daartoe wordt geïnstrueerd.
7. Geen horloges, ringen of losse kleding dragen tijdens de installatie of
het onderhoud.
MONTAGESTAP 1
Positioneren van de aandrijving
Ter info: Voor extra opties voor de ophanging raadpleegt u de pagina
Accessoires.
1. De poort volledig sluiten
2. Schuif de aandrijving met de flens over het uiteinde van de as. Zorg
dat de flens niet tegen de draagplaat komt. Controleer of het
montagelager op een stabiel oppervlak zoals hout, beton of een
drager kan worden aangebracht. Draai de schroeven van de flens met
de hand aan, om de aandrijving correct te kunnen richten. Markeer de
lagergaten. Het kan nodig zijn om de as in te korten, wanneer ze te
lang of beschadigd is.
3. Draai de flensschroeven los en trek de aandrijving weer af. Boor
op de gemarkeerde plaatsen gaten van 5mm. Boor door de staal
plaat, indien nodig.
4. Plaats de aandrijving terug door de flens over de as te trekken tot het
lager op het voorgeboorde gat is gericht. Flensschroeven die op de as
zijn aangebracht goed vastdraaien met koppel 16Nm-19Nm. De
aanslagschroeven goed vastdraaien, zonder de motor te beschadigen.
5. Met de 14-10x1-7/8" schroeven het lager goed vastdraaien. Alle
montageschroeven vastschroeven.
Ter info: De motor moet niet gelijk met de muur liggen.
WAARSCHUWING
Om eventuele zware of dodelijke verwondingen te vermijden:
• Wanneer het lager in het muurwerk wordt gemonteerd, moeten er
betonpluggen gebruikt worden.
• Raadpleeg enkel een poortspecialist, wanneer de poort verbuigt,
stokt of niet uitgebalanceerd is. Een niet uitgebalanceerde poort
keert mogelijk niet om, indien vereist.
• Probeer nooit om poortveren, kabels, kabelrollen, lagers of
onderdelen daarvan los te maken, te bewegen of te verstellen.
Alle deze componenten staan onder extreme spanning.
• De aandrijving MOET in de juiste hoek tegenover de torsiestaafveer
worden gemonteerd om voortijdige slijtage van de flens te
voorkomen.
INSTALLATIE
WAARSCHUWING
10
11
Die kunnen aan de poort of in het aandrijvingsmechanisme blijven
hangen.
8. Installeer de wandschakelaar:
• op gezichtsafstand van de poort
• buiten het bereik van kinderen op een hoogte van 1,5m
• buiten het bereik van bewegende onderdelen van de poort
9. Plaats de sticker met de waarschuwingen voor knelgevaar op de
muur naast de wandschakelaar.
10. Plaats de sticker met de ontgrendelingsinstructies/de veiligheidstest
voor het omkeersysteem goed zichtbaar op de binnenkant van de
poort.
11. Zodra de installatie is voltooid, test u het veiligheidsomkeersysteem.
De poort MOET bij contact met een op de grond liggend voorwerp met
een hoogte van 50mm meteen omkeren.
MONTAGESTAP 2
Aanbrengen van de noodontgrendeling (kabel en handvat)
• Steek een uiteinde van de kabel door het bovenste gat van het
handvat, zodat „Notice" goed leesbaar is. Maak een knoop op ongeveer
25mm van het einde van de kabel, om te verhinderen dat het handvat
doorslipt.
• Steek het andere uiteinde van de kabel door de opening in de
noodontgrendelingskabel.
• Pas de kabellengte zo aan dat het handvat zich niet meer dan 1,8m
boven de grond bevindt. Maak een tweede knoop om de kabel aan de
kabel te bevestigen.
Ter info: Wanneer de kabel moet worden gesneden, brandt u hem met
een aansteker of lucifer dicht om te voorkomen dat hij uitrafelt.
11
MONTAGESTAP 3
MONTAGE VAN HET ELEKTRISCH DEURSLOT
Het slot verhindert dat een gesloten poort manueel kan worden
opgetrokken.
1. Kies een poortrol uit om het slot boven te monteren. Let op de afstand.
Kies een poortrol aan de motorzijde, indien mogelijk. De tweede rol
boven de grond is bij de meeste installaties ideaal.
2. Vergewis u ervan dat het oppervlak van de poortrail proper is
en houd de boormal met het onderste einde boven het hoogste
punt van de rol.
3. Boor de gaten zoals ze op de mal zijn gemarkeerd.
4. Schroef het elektrisch deurslot op de buitenkant van de poortrail vast
met de meegeleverde schroeven.
5. Verleg de beldraad naar de motor. Gebruik nagelklemmen om de
draad op verscheidene plaatsen vast te maken.
6. Steek de stekker aan de motor in.
Ter info: Het slot moet binnen een omtrek van 3m van de motor
geïnstalleerd worden.
12
13
14
15
13
14
15
13