Handleiding NX-4SE, NX-6SE, NX-8SE
SABOTAGE BEHUIZING
De centrale heeft een ingang voor een normaal-gesloten sabotagecontact (zie aansluitschema). Bij
sabotage van de behuizing kan de centrale geprogrammeerd worden om een rapport naar de
meldkamer te sturen en/of om de sirene-uitgang te activeren en/of om de bediendeelzoemer te
activeren. (zie adres 37, segment 2 en 3 en adres 39)
SABOTAGE BEDIENDELEN
De centrale kan de sectie bediendelen gedurende 60 seconden blokkeren en een sabotage-rapport
doorsturen als er 30 toetsaanslagen gedetecteerd werden zonder een geldige code te vormen. (zie
adres 23, segment 1)
SCHAKELING VOOR AUTOMATISCHE BEANTWOORDER
Deze eigenschap maakt het mogelijk om eventuele antwoordapparaten of telefaxen op dezelfde
telefoonlijn van de centrale aan te sluiten. Om het antwoordapparaat of telefax te verschalken, moeten
er echter wel 2 oproepen naar de centrale gedaan worden. Bij de eerste oproep worden één of twee
belsignalen gegenereerd. De centrale zal deze belsignalen detecteren en start een timer van 45
seconden. Wanneer er binnen deze tijd een nieuwe oproep binnenkomt, neemt de centrale
onmiddellijk de lijn (d.i. na het eerste belsignaal).
Deze eigenschap wordt afgeraden voor hoog-risico toepassingen. (zie adres 21)
SIRENE-BEWAKING
De centrale heeft een speciaal circuit dat constant de sirene-uitgang bewaakt en ingesteld kan
worden om een alarmrapport te genereren wanneer de aansluitdraden geknipt worden.
(zie adres 37, segment 3)
SIRENETOON BIJ INSCHAKELEN
De centrale kan geprogrammeerd worden om een toon van 1 seconde te genereren telkens op einde
van vertrekvertraging of wanneer de ontvanger in de meldkamer het inschakelrapport confirmeert. De
sirene kan ook een toon genereren wanneer het systeem ingeschakeld wordt met een
sleutelschakelaar/sleutelhanger of twee tonen genereren wanneer het systeem met een
sleutelschakelaar/sleutelhanger uitgeschakeld wordt. (zie adres 37, segment 1)
SNELINSCHAKEL-EIGENSCHAPPEN
De centrale kan volledig resp. gedeeltelijk ingeschakeld worden d.m.v. "snelinschakel"-toetsen
[Afwezig] resp. [Aanwezig]. De corresponderende inschakelrappporten zullen doorgemeld worden
als gebruiker 98. (zie adres 23, segment 1)
STILLE UITGANGSMODE
Het aftellen van de vertrekvertraging kan "stil" gemaakt worden door [ ] -[Afwezig] in te tikken
alvorens het systeem in te schakelen of bij gebruik van de "re-exit" eigenschap. Het aftellen van de
vertrekvertraging kan ook permanent "stil" gemaakt worden in alle partities. (adres 37, segm.5)
STORING UITBREIDING
Indien geprogrammeerd, zal de centrale een "storing uitbreiding" rapporteren. Deze conditie wordt
eveneens weergegeven door een "service" indicatie op het bediendeel, zelfs als de "storing
uitbreiding" niet gerapporteerd dient te worden. OPMERKING: bediendelen worden eveneens
beschouwd als uitbreidingen. Het nummer waarmee iedere "uitbreidingsmodule" zal rapporteren wordt
weergegeven in appendix 3. (zie adres 37, segment 3)
TELEFOONLIJNBEWAKING
De centrale is voorzien van een telefoonlijnbewaking die zowel de spanning als de stroom op de
telefoonlijn controleert voor de detectie van een eventuele storing op de telefoonlijn. Deze conditie kan
eveneens naar de meldkamer gerapporteerd worden. Wanneer deze rapportering ingesteld is, dan zal
alleen een herstelrapportering doorgestuurd worden. Een telefoonlijnfout wordt echter altijd
weggeschreven in het logboek.
(zie adres 37, segment 3, adres 39 en adres 40 segment 5)
TERUGBEL-MODE
Indien geprogrammeerd, zal de centrale het "terugbel"nummer gebruiken om de down-load-computer
op te bellen alvorens een download-sessie te starten. (zie adres 21 en 22)
NP0132 versie 1.2
63