Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

NetworX NX-4SE Handleiding pagina 62

Inhoudsopgave

Advertenties

Handleiding NX-4SE, NX-6SE, NX-8SE
NIGHT STAND
M.b.v. de bediendelen NX-1208 en NX-1248 kan de Night stand geactiveerd worden. De zones met
de optie "Aankomstbewakingsmode" worden geblokkeerd zodra de toets wordt ingedrukt. (zie adres
23 en 110-169)
ONMIDDELLIJK ZONEHERSTEL
De centrale kan geprogrammeerd worden om een zoneherstel onmiddellijk te rapporteren (wanneer
het herstel zich voordoet) of om een zoneherstel pas door te sturen nadat de sirenetijd verstreken is of
wanneer het systeem uitgeschakeld wordt. (zie adres 37, segment 2).
ONTBREKEN DRAADLOZE SENSOR /BATTERIJFOUT
De centrale zal een rapport naar de meldkamer sturen als een draadloze sensor een batterijfout
gedetecteerd heeft of wanneer een draadloze sensor niet gerapporteerd heeft naar de draadloze
ontvanger. Het optreden van één van beide toestanden wordt weergegeven d.m.v. een "service"
indicatie. (zie adres 37, segment 4)
OPTIES DIE CODE-INGAVE VEREISEN
De centrale kan geprogammeerd worden zodat een code-ingave vereist is voor het blokkeren van
zones en/of het starten van een download-sessie met de functie [ ]-[9]-[8] of [ ]-[9]-[9].
(zie adressen 23, segment 2 en adres 41)
OVERSTROOMDETECTIE OP 12 VOLT VOEDINGSSPANNING
De CENTRALE zal een "SERVICE" indicatie weergeven op de bediendelen telkens als er teveel
stroom gevraagd wordt van een module die door het systeem gevoed wordt (12 Vdc). Deze
overstroomconditie kan eveneens naar de meldkamer gerapporteerd worden.(adres 37,segm.3)
PANIEKFUNCTIES VIA BEDIENDEEL
De centrale heeft 3 paniekfuncties die via het bediendeel geactiveerd kunnen worden en een rapport
zullen doorsturen naar de meldkamer. Paniekfunctie 1 is voor het handmatig activeren van een
brandalarm, paniekfunctie 2 is voor het handmatig activeren van een medisch alarm terwijl
paniekfunctie 3 een handmatig paniekalarm (bijv. overval) genereert. Paniekfunctie 1 (brand)
genereert een 1-tonige sirene, paniekfunctie 2 (medisch) genereert een 2-tonige sirene terwijl
paniekfunctie 3 (hold-up) zowel een stil als luid alarm kan genereren.(adres 23, segm.1)
PARTITIES
De centrale kan opgedeeld worden in maximaal 8 partities (NX-8) of 2 (NX-6) met aparte
rapporteringscodes, gebruikerscodes en gebruikseigenschappen. (zie adressen 26 - 36)
PROGRAMMEERBARE UITGANGEN (RELAIS)
De NX-8 heeft 2 programmeerbare relaisuitgangen. Relaisuitgang 1 is een wisselcontact,
relaisuitgang 2 is een NO-contact. (zie aansluitschema en adressen 45-50)
PROGRAMMEERCODE
De standaard programmeercode is [9] - [7] - [1] - [3] wanneer 4-cijferige codes gebruikt worden of,
als 6-cijferige codes gebruikt worden, is deze [9] - [7] - [1] - [3] - [0] - [0]. De programmeer-code kan
eveneens ingesteld worden als gewone in/uitschakelcode. Wanneer de programmeer-code eveneens
gebruikt wordt als gewone in/uitschakelcode, dan wordt deze bij het oversturen van
in/uitschakelrapporteringen doorgemeld als gebruiker 255. (zie adres 42-43)
RAPPORTERING VOOR VOL LOGBOEK
Een rapportering kan naar de meldkamer gestuurd worden als het intern logboek vol is.
(zie adres 37, segment 4)
RECENTE INSCHAKELING
Indien geprogrammeerd, zal de centrale een "recente inschakeling" naar de meldkamer rapporteren
als een alarm gedetecteerd wordt binnen de 5 minuten na het inschakelen van het systeem. Dit
rapport zal doorgestuurd worden samen met het nummer van de gebruikerscode waarmee het
systeem ingeschakeld werd. (zie adres 23, segment 3)
NP0132 versie 1.2
62

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Nx-6seNx-8se

Inhoudsopgave