6.3.5 DEFAULT INSTELLINGEN RESETTEN
Om de default instellingen te resetten, dient u als volgt te werk
te gaan:
1. Ga naar de kaart door de SETUP-toets ingedrukt te
houden.
2. De twee ledden van de SETUP gaan afwisselend branden
(overgangsmodus van het niveau).
3. De kaart voert de resetting van de parameters uit.
4. Zolang de SETUP-toets wordt ingedrukt, wordt elke beweging
onderdrukt.
5. Wanneer de SETUP-toets wordt losgelaten, gaan de 2
ledden LD4 en LD5 knipperen.
6. De default configuratie wordt gereset en u kunt verder gaan
met de nieuwe setup.
6.3.6 DEFINITIE PARAMETERS
- Windbeveiliging: De windbeveiliging zorgt ervoor dat de poort
ook bij windvlagen kan werken.
De tijd voor het zoeken van obstakels is ingesteld op 5 sec. en
geeft het commando voor omkering van de beweging.
- Reverse stroke: Met de functie Reverse stroke duwen de
motoren de poort, als hij dicht is, alvorens hem te openen
eerst ongeveer 3 sec. dicht om het elektroslot beter te kunnen
loskoppelen.
- Soft-touch: Met de functie Soft-touch gaan de vleugels, na
de aanslag te hebben geraakt, iets terug, om vervolgens er
zachtjes tegenaan te worden gezet. Deze functie kan nuttig
zijn om de door de geldende regelgeving vereiste impactcurve
te respecteren.
- Voorknipperfunctie: deze functie wordt ongeveer 3 sec. voor
iedere openings- en sluitingsbeweging geactiveerd.
- Vertraging vleugel opening: vleugel 2 gaat later open dan
vleugel 1, om te voorkomen dat ze tegen elkaar komen.
- Vertraging vleugel sluiting: vleugel 1 sluit later dan vleugel
2.
- Pauzetijd: In Logica A is dit de tijd die verstrijkt voordat de vleugel
na het openen weer sluit.
- Ruimte om de aanslag te zoeken: Met deze parameter
kunt u de hoek voor het zoeken van de aanslag regelen,
waarbinnen de kaart de beweging stopt zonder inversie als
die een obstakel of de aanslag aantreft.
7
INSTALLATIE ACCESSOIRES MET
BUSAANSLUITING
Deze kaart is voorzien van een BUS-circuit waarmee op eenvoudige
wijze een groot aantal, speciaal daarvoor geprogrammeerde
BUS-accessoires kan worden aangesloten (bijv. tot 16 paar
fotocellen), door slechts twee kabels zonder polariteit te gebruiken.
Hieronder zijn de adressering en de opslag in het geheugen van
BUS-fotocellen beschreven.
7.1 INSTELLEN FOTOCELLEN MET BUSAANSLUITING
Het is belangrijk om zowel aan de zender als
aan de ontvanger het zelfde adres te geven.
Controleer of er geen twee of meerdere koppels
fotocellen zijn met het zelfde adres.
Als u geen enkel BUS-accessoire gebruikt, moet
u de BUS-connector (J10 - fig. 1) vrij laten.
E024S
Er kunnen maximaal 16 paar BUS-fotocellen op de kaart worden
aangesloten.
De fotocellen zijn in groepen verdeeld:
Fotocellen voor opening:
Fotocellen voor sluiting:
Fotocellen voor opening/sluiting:
Fotocel die wordt gebruikt als OPEN-impuls:
In fig. 2 is een automatisch systeem weergegeven met 2 vleugels,
met aanduiding van het bereik van de fotocellen:
A:
Fotocellen die ingrijpen tijdens OPENING en SLUITING
B:
Fotocellen die ingrijpen tijdens OPENING
C:
Fotocellen die ingrijpen tijdens OPENING
D:
Fotocellen die ingrijpen tijdens SLUITING
In tab. 3 zijn de programmeringen van de dipschakelaars binnenin
de zender en de ontvanger van de BUS-fotocellen weergegeven.
Tab. 3 - Instellen fotocellen BUS
KOPPEL
Dip1
Dip2
1
OFF
OFF
2
OFF
OFF
3
OFF
OFF
4
OFF
OFF
5
OFF
ON
6
OFF
ON
7
ON
OFF
8
ON
OFF
9
ON
OFF
10
ON
OFF
11
ON
ON
12
ON
ON
13
ON
ON
14
OFF
ON
15
OFF
ON
16
ON
ON
10
max. 6
max. 7
max. 2
max. 1
Dip3
Dip4
Ref.
OFF
OFF
OFF
ON
ON
OFF
OPENING
B -C
ON
ON
ON
OFF
ON
ON
OFF
OFF
OFF
ON
ON
OFF
SLUITING
ON
ON
D
OFF
OFF
OFF
ON
ON
OFF
OFF
OFF
OPENING en
A
SLUITING
OFF
ON
ON
ON
/
OPEN-IMPULS
732642 - Rev. G
Fig. 2
Type