16 (32)
Gevaar voor vallende voorwerpen - Zorg
ervoor dat het gereedschap niet valt
Een gereedschap dat niet volledig aan de
kniklader is vergrendeld, kan op de laadarm
vallen of naar de bestuurder toe, of onder de
kniklader vallen tijdens het rijden, waardoor de
kniklader niet meer onder controle is. Verplaats of
hef
vergrendeld.Zorg er voordat u het gereedschap
verplaatst of optilt voor dat de borgpennen in de
laagste positie zijn en aan beide zijden door de
bevestigingen op het gereedschap heen komen.
WAARSCHUWING: Gevaar voor verbrijzeling - Voorkom het kantelen van het
hulpstuk.
Overmatig kantelen of heffen van een onvergrendeld hulpstuk vergroot het risico dat
het hulpstuk kantelt. Gebruik de automatische vergrendeling van de borgpennen
niet als het hulpstuk meer dan een meter boven de grond wordt opgeheven. Als de
borgpennen niet in de normale positie terugkeren tijdens het kantelen, kantel of hef
het hulpstuk dan niet verder. Breng het hulpstuk omlaag tot op de grond en breng
de vergrendeling met de hand aan.
Stap 2:
Draai de snelkoppelingsplaat hydraulisch in een scheef vooruit gekantelde
positie.
Rijd de kniklader op het gereedschap. Als uw kniklader is uitgerust met een
telescopische laadarm, kunt u deze gebruiken.
Lijn de bovenste pennen van de snelkoppelingsplaat van de kniklader zo uit
dat ze onder de de bijbehorende beugels van het gereedschap zijn.
Stap 3:
Breng de laadarm iets omhoog; trek de besturingshendel van de laadarm
achteruit om het gereedschap van de grond te tillen.
Draai de besturingshendel van de laadarm naar links om het onderste deel van
de snelkoppelingsplaat op het gereedschap te draaien.
Vergrendel de borgpennen met de hand of gebruik de hydraulische
vergrendeling.
Controleer altijd of de beide borgpennen goed zijn vergrendeld.
nooit
gereedschappen
die
niet
zijn