e_kb436.book Page 92 Wednesday, January 17, 2007 7:14 PM
De opnamescherpte instellen (Scherpte)
U kunt een opname scherpe of zachte contouren geven.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
4
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Scherpte] met de vierwegbesturing (23).
3
Verander het scherpteniveau
met de vierwegbesturing (45).
De volgende instelling wordt opgeslagen.
F
G
H
4
Druk op de knop 3.
De instelling voor Scherpte wordt opgeslagen
en de camera keert terug naar de opnamestand.
Als u de functie [Scherpte] vaak gebruikt, kunt u tijd besparen
door de functie toe te wijzen aan de knop Snelinstelling. (p.55)
92
2, 3
1, 4
(zacht)
(normaal)
(hard)
Opnemen
7
Opnamepixels
M
MENU
Kwaliteitsniveau
AWB
Witbalans
AF-veld
ISO
Gevoeligheid
AUTO
MENU
Einde
Einde
Einde
Opnemen
S
MENU
Einde
Exit
Exit
1/3
R A d c Y
3/3
Scherpte
Kleurverzadiging
Contrast