Inhoudsopgave
Advertenties
e_kb436.book Page 75 Wednesday, January 17, 2007 7:14 PM
De belichting (belichtingscorrectie) instellen
U kunt de algehele helderheid van de opname aanpassen.
Met deze functie kunt u opzettelijk over- of onderbelichte opnamen maken.
1
Druk in de stand A op de knop
3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Belicht. corr.] met de
vierwegbesturing (23).
3
Selecteer de LW-waarde met de
vierwegbesturing (45).
De geselecteerde LW-waarde wordt opgeslagen.
Kies een positieve (+) waarde voor lichte opnamen. Kies een negatieve (–)
waarde voor donkere opnamen.
U kunt een belichtingscorrectiewaarde kiezen tussen –2,0 en +2,0 LW in
stappen van 1/3 LW.
4
Druk op de knop 3.
De instelling is gereed en de camera keert terug naar de opnamestand.
• Als u de belichtingscorrectiefunctie vaak gebruikt, kunt u tijd besparen
door de functie toe te wijzen aan de knop Snelinstelling. (p.55)
• Door middel van het histogram worden lichte en donkere gedeelten
weergegeven op de LCD-monitor, waardoor u de belichting kunt
controleren. (p.77)
• In de functies s en b is de belichtingscorrectie vast ingesteld op ±0.0.
De belichtingscorrectiewaarde opslaan 1p.95
MENU
2, 3
1, 4
R A d q < I i \ c Q E D Y
Opnemen
1/3
7
Opnamepixels
M
Kwaliteitsniveau
AWB
Witbalans
AF-veld
ISO
Gevoeligheid
AUTO
Einde
Einde
Einde
MENU
Opnemen
2/3
0.0
Belicht. corr.
0.0
Video
Digitale zoom
Momentcontrole
QUICK
Geheugen
Exit
Exit
Einde
MENU
4
75
Advertenties
Inhoudsopgave
