Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

Installatie- en onderhoudsinstructie
Logasol
KS0110/2, KS0110E/2, KS0120/2, KS0150/2
Voor montage en onderhoud zorgvuldig doorlezen.
Zonnestation
voor zonnethermische
installaties

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Buderus Logasol KS0110/2

  • Pagina 1 Zonnestation voor zonnethermische installaties Installatie- en onderhoudsinstructie Logasol KS0110/2, KS0110E/2, KS0120/2, KS0150/2 Voor montage en onderhoud zorgvuldig doorlezen.
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inhoudsopgave Toelichting bij de symbolen en veiligheidsin- structies Toelichting bij de symbolen en veiligheidsinstructies ..2 Uitleg van de symbolen Uitleg van de symbolen ......2 Waarschuwing Algemene veiligheidsinstructies .
  • Pagina 3: Specificaties Zonnestation

    Specificaties zonnestation Instructie van de eigenaar Specificaties zonnestation ▶ Informeer de eigenaar over de werking van het toestel en instrueer hem over de bediening van de gehele installatie. Productbeschrijving ▶ Wijs erop, dat ombouw of herstelwerkzaamheden alleen door een er- kend installateur mogen worden uitgevoerd.
  • Pagina 4: Technische Gegevens En Uitvoeringen

    Specificaties zonnestation 2.1.1 Technische gegevens en uitvoeringen KS0110/2 KS0110E/2 Toegestane temperatuur °C Aanvoer: 130 / retour: 110 (pomp) Aanspreekdruk veiligheidsventiel Overstortventiel – DN15, aansluiting ¾ ” DN15, aansluiting ¾ ” Netspanning – 230 V AC, 50 - 60 Hz 230 V AC, 50 - 60 Hz 0,4 A / EEI ...
  • Pagina 5: Gebruik Volgens De Voorschriften

    Specificaties zonnestation 2.1.3 Toepassingsvoorbeelden 7747006489.03-3.ST Afb. 4 Verschillende hydraulische toepassingen Standaard systeem met 2-weg zonnestation Twee collectorvelden (oost/west) met 1- en 2-weg zonnestation Installatie met 2 verbruikers met 1- en 2-weg zonnestation Standaard systeem met 1-weg zonnestation en ontluchting boven op het dak Gebruik volgens de voorschriften ▶...
  • Pagina 6: Eg-Conformiteitsverklaring

    Voorschriften EG-conformiteitsverklaring Voorschriften Dit product voldoet qua constructie en werking aan de Europese richtlij- nen evenals aan de bijkomende nationale vereisten. De conformiteit Voor de praktische werkzaamheden gelden de betreffende regels der wordt aangetoond door het CE-kenmerk. De conformiteitsverklaring kan techniek.
  • Pagina 7: Leidingen Installeren

    Leidingen installeren Leidingen installeren Leidingen installeren Vlakke collectoren SKN/SKS Om luchtinsluitingen bij gebruik van een automatische ontluchter op het Algemeen over de leidingen collectorveld te voorkomen: ▶ Leidingen van boiler naar collector/ontluchter [1] stijgend installeren. OPMERKING: Schade aan de installatie door defecte onderdelen! In bepaalde gevallen kan het zonnestation [1] niet onder de collecto- ▶...
  • Pagina 8: Installeer Zonnestation

    Installeer zonnestation Installeer zonnestation Plaatsing in opstellingsruimte Om de temperatuursensor eenvoudiger te kunnen aansluiten: ▶ Zonnestation [2] in de directe nabijheid van de zonneboiler [1] mon- teren. ▶ Zorg voor voldoende ruimte voor het expansievat [3] en het opvang- vat [4]. 60 mm 6720801165.11-2.ST 7747006489.07.3 ST...
  • Pagina 9: Inlaatcombinatie Monteren

    Installeer zonnestation Inlaatcombinatie monteren Temperatuursensor monteren ▶ Inlaatcombinatie met meegeleverde afdichting [1] op het zonnestati- Gebruik een waterdichte aansluitdoos wanneer de kabel van de collec- on monteren. tortemperatuursensor op een vochtgevaarlijke locatie moet worden aan- gesloten. ▶ Verleng de sensorkabel met een 2-aderige kabel [3]: –...
  • Pagina 10: Inbedrijfstelling

    Inbedrijfstelling Spoelen en vullen met vulinrichting (onder druk vullen) Inbedrijfstelling Houd de instructie aan, die met de vulinrichting wordt meegeleverd. OPMERKING: Schade aan de collectoren door verdam- ping in het zonnecircuit of bevroren water! ▶ Spoel en vul het zonnesysteem alleen dan, wanneer de zon niet op de collectoren schijnt en er geen vorst De vulinrichting genereert tijdens het vullen met koelvloeistof een zeer (bij spoelen met water) wordt verwacht.
  • Pagina 11 Inbedrijfstelling 1. Toepassing - Installatiehoogten vanaf 20 m 2. Toepassing - standaardsysteem met boiler-warmtewisselaar Ø > DN25 (bijvoorbeeld SM-boiler) Bij installatiehoogten groter dan 20 m tussen zonnestation en collector- veld adviseren wij een vul- en spoelinstallatie in het gebied van het col- ▶...
  • Pagina 12 Inbedrijfstelling ▶ Monteer in de aanvoer glycol- en temperatuurbestendige 4. Toepassing: installaties met twee boilers met twee pompen (boiler-warmtewisselaar  DN25, bijvoorbeeld SL-boiler) afsluiters [1]. Bij installaties met twee boilers, die via twee pompen worden bediend, moet iedere afzonderlijke verbruiker via de eigen retour worden ge- spoeld.
  • Pagina 13: Zonne-Installatie Luchtvrij Spoelen

    Inbedrijfstelling 6.2.2 Zonne-installatie luchtvrij spoelen ▶ Zonnepomp op de hoogste snelheid instellen en minimaal 15 minuten laten draaien, zodat de nog resterende lucht zich in de ontluchter kan Houd de instructie aan, die met de vulinrichting wordt verzamelen. meegeleverd. ▶ Ontluchter [4] ontluchten en eventueel de bedrijfsdruk corrigeren. ▶...
  • Pagina 14: Spoelen En Vullen Met Handpomp (Ontluchting Op Het Dak) - Ontluchter Op Het Dak Is Optioneel

    Inbedrijfstelling Spoelen en vullen met handpomp (ontluchting op het 6.3.2 Dichtheidsproef met water uitvoeren dak) - ontluchter op het dak is optioneel Het zonnesysteem wordt ontlucht via de geopende afsluitschroef [2] van de automatische ontluchting. 6.3.1 Leidingen spoelen ▶ Kogelkraan [2] openen. ▶...
  • Pagina 15: Bedrijfsdruk Bepalen

    Inbedrijfstelling 6.3.3 Water vervangen door zonnevloeistof 6.3.5 Bedrijfsdruk bepalen Bij de inbedrijfstelling moet de bedrijfsdruk 0,7 bar hoger liggen dan de De leidingen moeten volledig worden geleegd, omdat er statische druk (1 meter hoogteverschil komt overeen met 0,1 bar). anders vermenging met de zonnevloeistof optreedt. De bedrijfsdruk moet ten minste 1,5 bar zijn (in koude toestand, 20 °C).
  • Pagina 16: Vorstbescherming Corrigeren

    Inbedrijfstelling 6.3.6 Vorstgrenstemperatuur bepalen ▶ Bijvulhoeveelheid (V ) van het concentraat bepalen met de vervanging hiernaast gegeven formule. Om de vorstbeschermingstemperatuur te bepalen, adviseren wij de vorstbeveiliging bij de inbedrijfstelling met een vorstbeveiligscontrole 43 - C concentratie (glycomat of refractometer) te controleren. De meting moet met regel- 100 - C vervanging matige tussenpozen worden herhaald (uiterlijk iedere twee jaar).
  • Pagina 17: Debiet Controleren

    Inbedrijfstelling 6.4.2 Debiet controleren 6.4.3 Debiet instellen ▶ Benodigde debiet (bij 30-40 °C in retour) uit tab. 11 aflezen. Bij zonnesystemen tot 4 collectoren SKN/SKS (of 3 collectoren SKR) kan het nodig zijn het debiet te reduceren. ▶ In het venster van de doorstroombegrenzer het debiet controleren (...
  • Pagina 18: Afsluitende Werkzaamheden

    Milieubescherming en afvalverwerking Afsluitende werkzaamheden Milieubescherming en afvalverwerking Om het zonnestation te sluiten: ▶ Afdekking op het zonnestation schuiven. Milieubescherming is een ondernemingsprincipe van de Bosch Groep. Productkwaliteit, economische rendabiliteit en milieubescherming zijn gelijkwaardige doelen voor ons. Milieuwet- en regelgeving wordt strikt nageleefd.
  • Pagina 19 Inbedrijfstelling- inspectie- en onderhoudsprotocol Algemene specificaties voor de zonne-installatie Expoitant: Installatielocatie: Collectortype Aantal collectoren: Uitrichting collectorveld (bijvoorbeeld zuiden): Hellingshoek collectorveld: Collectormontage (verticaal, horizontaal): Montageset (bijvoorbeeld op het dak): Type zonnestation: Statische hoogte tot collectoren: Grootte expansievat (l): Voordruk expansievat (onbelast): Overstortventieltype: Aanspreekdruk veiligheidsventiel: Type regelaar:...
  • Pagina 20 Inbedrijfstelling- inspectie- en onderhoudsprotocol Inspectie/onderhoud Inbedrijf- Inbedrijfstellings-, inspectie- en onderhoudswerkzaamheden Pagina stelling Collectorveld      Visuele inspectie van de collectoren uitgevoerd (goede bevestiging, optische indruk)?      Collectortemperatuursensor juist gepositioneerd en tot aan de aanslag in de dompelbuis geschoven en met de schroefdraadkoppeling vastgezet? ...
  • Pagina 21: Storingen

    Storingen Storingen Informatie over storingen vindt u ook in de installatie-instructies van de regelaar. Soort storing Effect Mogelijke oorzaken Oplossing De pomp draait niet, hoewel aan de inschakelvoorwaarden is voldaan. De zonneboiler wordt niet opge- De pomp is defect. Pomp controleren, indien nodig vervangen. warmd door de zonne-energie.
  • Pagina 22 Storingen Soort storing Effect Mogelijke oorzaken Oplossing Zonneboiler koelt sterk af. Hoge warmteverliezen. Boilerisolatie defect of niet correct gemonteerd. Isolatie controleren. Boileraansluitingen isoleren. Regelaarinstelling naverwarming niet correct. Instellingen toestelregelaar controleren. Eenbuiscirculatie (microcirculatie in de leidingen). Warmte-isolatielus uitvoeren. Circulatie t.g.v. thermosifonwerking via het collectorveld of de Terugslagkleppen controleren.
  • Pagina 23 Notities Logasol KS – 6 720 818 472 (2015/10)

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Logasol ks0110e/2Logasol ks0120/2Logasol ks0150/2

Inhoudsopgave