Basisinstellingen
Wanneer u de telefoon hebt ingeschakeld, wordt de naam
van de serviceprovider weergegeven.
Beveiligingsinstellingen
Om gebruik van uw telefoon door onbevoegden te
voorkomen, kunt u een pincode instellen. De pincode is
afhankelijk van de provider.
1.
Selecteer Menu > Instellingen > tabblad Algemeen
> Beveiligingsinstellingen > PIN-code > Aan. Geef
de PIN op. Selecteer OK. Wanneer u het gebruik
van de pincode hebt ingesteld, moet u de pincode
invoeren wanneer u de telefoon inschakelt. Als u een
foute pincode opgeeft, krijgt u geen toegang tot de
telefoon.
2.
Selecteer Menu > Instellingen > tabblad Algemeen
> Beveiligingsinstellingen > Ander wachtwoord om
de pincode te wijzigen. U kunt de codes voor PIN,
PIN2, Gesprek blokkeren, Beschermen en Telefoon
vergrendelen wijzigen.
Datum en tijd
Als u de datum en tijd wilt instellen, selecteert u Menu >
Instellingen > tabblad Algemeen > Datum & tijd.
Auto toetsvergrendeling
Als u het toetsenblok wilt blokkeren, selecteert u
Menu > Instellingen > tabblad Algemeen > Autom.
toetsvergrendeling. U kunt op deze manier de functie in-
en uitschakelen door de tijd in te stellen.
U kunt het toetsenblok ook vergrendelen en ontgrendelen
door de toets '*' ingedrukt te houden.
D i t d o c u me n t wo r d t u a a n g e b o d e n d o o r T e l e c o mH u n t e r . D é z a k e l i j k e T e l e c o m we b s h o p .
Stille modus
T 0 8 8 7 4 6 3 4 4 4 | @ s a l e s @T e l e c o mH u n t e r . n l | www. T e l e c o mH u n t e r . n l
In de stille modus zijn de signalen voor gesprekken, van
Organiseren, van SMS en
voor de batterijstatus uitgeschakeld.
Selecteer Menu > Instellingen > tabblad Geluid >
Signaaltype > Stil OF houd de toets # ingedrukt.
Beschermingsmodus
In de beschermingsmodus zijn de functies Bellen,
Contacten, Berichten en Snel bellen alleen toegankelijk
wanneer u een wachtwoord opgeeft.
Als u een wachtwoord wilt opgeven, selecteert
u Menu > Instellingen > tabblad Algemeen >
Beveiligingsinstellingen > Beschermen. Geef het
wachtwoord op. Nadat u het wachtwoord hebt opgegeven,
verschijnt het scherm met persoonlijke gegevens. Druk op
de menutoets om de vereiste functies te selecteren die u
wilt beschermen en selecteer OK om de bescherming te
activeren.
Vergrendelingsmodus
In de vergrendelingsmodus kan de telefoon alleen worden
ontgrendeld door een wachtwoord op te geven.
Als u een wachtwoord wilt opgeven voor de vergrendeling
van de telefoon, selecteert u Menu > Instellingen >
tabblad Algemeen > Beveiligingsinstellingen > Telefoon
vergrendelen > Aan. Geef het wachtwoord op. Selecteer
OK.
Het standaardwachtwoord voor het vergrendelen van de
telefoon is 1234.
20