1
INSTALLATIE VAN ACHTERSTE ISOSPEED DECOUPLER EN SEATMAST
7.
S chuif nu de andere draaipuntbout uit stap 3 door
het boorgat aan de niet-aangedreven kant en
schroef deze in de IsoSpeed-as.
8.
P laats 5 mm inbussleutels in de beide
draaipuntbouten en draai ze voorzichtig met
de klok mee. Draai ze aan totdat ze vastzitten.
Draai de bouten niet te vast.
5
mm
9.
H oud de bout aan de niet-aangedreven kant tegen
met de inbussleutel (8a). Draai met behulp van
een momentsleutel de draaipuntbout aan de
aangedreven kant vast met maximaal 8 Nm (8b).
Draai de bout vast totdat de momentsleutel klikt
om een correcte spanning en centrering van de
bout te garanderen.
8
N m
8b
5
mm
8a
5
10.
H erhaal dit proces met de momentsleutel aan
de niet-aangedreven kant.
11.
V erwijder het
overtollig vet
met een doek. De
afdekplaat voor de
aangedreven zijde
van de IsoSpeed
achter uitlijnen
en op zijn plaats
klikken. Herhaal dit
voor de afdekplaat
aan de niet-
aangedreven zijde.
8
N m
OPMERKING
Een correct gemonteerde
seatmast kan vrij bewe-
gen. Als dat niet het geval
is, monteer de seatmast
dan opnieuw en zorg dat
alle bevestigingsmateriaal
correct is geplaatst.