P
83266007 • 1/2014-04 • La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Zonnesysteem WTS-F2
6 Inbedrijfstelling
P
Voorschakelvat voorzien bij:
▪
Dakdoorvoer
▪
Geringe lengte van de aansluitleidingen naar het zonnecollectorveld
▪
Ongungstige ligging van de leidingen, bijv. horizontale en stijgende leidingen
▶
Vorstbeschermingsgehalte controleren en documenteren.
Het vorstbeschermingsgehalte moet lager liggen dan de laagst te verwachten tem-
peratuur op de standplaats van de installatie.
▶
Op de zonneregelaar een 5 ...10 K hogere vorstbeschermingswaarde dan het ge-
meten vorstbeschermingsgehalte ingeven.
2. Dichtheid controleren
▶
Alle verbindingen en kranen op dichtheid controleren.
▶
Maximaal toegelaten werkingsdruk niet overschrijden (zie hfst. 3.4.6).
19-31