WAARSCHUWING
OPGELET
83266007 • 1/2014-04 • La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Zonnesysteem WTS-F2
6 Inbedrijfstelling
6.3 Zonne-installatie in bedrijf stellen
1. Collectorkring vullen, spoelen en ontluchten
Verbrandingsgevaar door inbedrijfstelling bij hoge zonnestraling
Een heet warmtedraagmedium kan brandwonden veroorzaken.
▶
Inbedrijfstelling van het zonnesysteem enkel bij geringe zonnestraling (bijv. 's och-
tends) of bij afgedekte collectoren uitvoeren.
Beschadiging van de warmtedrager door het vullen bij hoge zonnestraling
De werking van de warmtedrager kan door het vullen bij te hoge temperatuur negatief
beïnvloed worden.
▶
Zonne-installatie enkel bij geringe zonnestraling (bijv. 's ochtends) of bij afgedekte
collectoren vullen.
▶
Jetpomp 6 met bus gevuld met warmtedraagmedium 9 aan kraan 4 en
kraan 0 aansluiten.
▶
Kraan 4, 5, 7 en 0 openen en kraan 2 op 45° zetten.
▶
Kraan 3 sluiten.
▶
Jetpomp aanzetten.
▶
Kraan 0 en terugloopkogelkraan 3 meermaals kort in werking stellen, om de druk
te verhogen.
✓
Laatste luchtbellen ontsnappen.
▶
Zonne-installatie minstens 20 minuten spoelen.
✓
Warmtedraagmedium stroomt luchtbelvrij uit de afvoerbuis.
▶
Zonnepomp via het ontluchtingsventiel q ontluchten.
▶
Vertrekbuis via het ontluchtingsventiel 1 ontluchten.
▶
Kraan 4 en 0 sluiten.
▶
Jetpomp uitschakelen.
▶
Kraan 2 en 3 openen.
▶
Kapventiel 8 plomberen.
18-31