Inhoudsopgave
Advertenties
12. Dienst na verkoop
Schakel vóór elke interventie de hoofdvoeding
naar het schakelbord uit.
De ON/OFF-schakelaar onderbreekt alleen het
bedieningscircuit.
Rood licht aan : watergebrek
■
▻
Vullen tot 1,5 bar als het koud is. .
Indien de storing zich na elke verwarming herhaalt, controleer
dan of er geen lekken in de installatie zijn en controleer of
het expansievat in goede staat is (luchtdruk en toestand van
het membraan).
Geen display op de regelaar
■
Oververhittingsstoring
heeft de stroomtoevoer naar de ketel onderbroken via de
veiligheidscontactor. De thermische beveiliging is in werking
getreden door de aanwezigheid van lucht in het circuit
(onjuiste ontluchting) of onvoldoende doorstroming (klep
gesloten).
▻
Controleer de installatie voordat u de ketel weer in gebruik
neemt met de rode resetknop. Het is absoluut noodzakelijk
te wachten tot de ketel is afgekoeld alvorens de thermische
beveiliging opnieuw in te stellen en te zorgen voor een goede
ontluchting en een correct debiet alvorens de ketel opnieuw
in werking te stellen.
▻
Controleer de 1 A zekering op de klemmenstrook.
▻
Controleer de spanning op de klemmen van de regelaar
(indien 230 V aanwezig is, neem dan contact op met onze
technische dienst).
Het programma werkt niet
■
▻
Neem contact op met onze technische dienst.
Er licht niets op wanneer de ON/OFF
■
schakelaar wordt ingedrukt
▻
Controleer de beveiligingen op het elektrische paneel.
Controleer de 1 A zekering op de klemmenstrook.
De beveiliging van de lijn schakelt uit
■
▻
Controleer de isolatie tegen de aarde van de dompelverwarming.
▻
Controleer de nominale waarde en gevoeligheid van de beveili-
gingen.
▻
Controleer de juiste maatvoering van de doorsnede van
de voedingsgeleiders (overstroom door verhitting van de
geleiders).
▻
Controleer het beschikbare vermogen en het stroomverbruik
van andere huishoudelijke apparaten.
Dienst na verkoop
: de thermische beveiliging
+32 (0)485 93 50 12 | info@all-renting.be | www.all-renting.be
Geen verwarming
■
▻
Controleer de instelling van de ketelthermostaat.
▻
Controleer de aanwezigheid van een shunt of een regel-
eenheid tussen de klemmen 1 en 2.
Onvoldoende of geen verwarming
■
▻
Check :
– of het vermogen van de ketel overeenkomt met het
vermogen van de te verwarmen verwarmingstoestellen/
het te verwarmen oppervlak
– de spanning tussen de fase en nulleider op de
klemmenstrook
– de toestand van de beveiligingen op het paneel
– de toestand van de contacten van de contactoren (aan/
uit)
– de door de ketel verbruikte stroom en vergelijk deze met
de theoretische waarde.
Regelaar
■
Voelerstoring :
Voeler onderbreking :
Controleer voor de herinbedrijfstelling :
– de juiste instelling van de thermische beveiliging
naargelang van de toepassing
– de juiste werking van de circulatiepomp en de
automatische ontluchter
– de juiste plaatsing en aandraaiing van de stroomgeleiders
om abnormale verwarming te voorkomen
– de juiste werking van de ketelthermostaat en de
veiligheids voorzieningen
– de correcte werking van de veiligheidsklep (regelmatige
controle aanbevolen).
11
Advertenties
Inhoudsopgave
