3. Verwijder het koelelement met de ventilatoreenheid. Zie "De module met het koelelement en de
ventilator vervangen" op pagina 47.
Opmerking: Leg het koelelement met ventilatoreenheid op zijn zijkant zodat het thermische vet niet
ergens mee in contact komt.
4. Zoek het systeembord en ontkoppel alle kabels die daarop zijn aangesloten. Zie "Onderdelen op de
systeemplaat" op pagina 11.
5. Til de kleine hendel
Figuur 37. Toegang tot de microprocessor krijgen
6. Til de microprocessor recht uit de microprocessoraansluiting.
Figuur 38. Microprocessor verwijderen
Opmerkingen:
a. Uw microprocessor en aansluiting zien er mogelijk anders uit dan in de afbeelding hieronder.
1
2
op en open klem
om toegang te krijgen tot de microprocessor
Hoofdstuk 5
3
.
.
Hardware installeren en vervangen
51