De begeleider moet een veilige afstand houden tot uw werkplek, maar moet u wel steeds kunnen
zien! Werk alleen op plaatsen waar je snel de hulpdiensten kunt bellen!
1. Volg in geval van letsel altijd de beginselen van eerste hulp.
2. Als iemand zich heeft gesneden, bedek de wond dan met een schone doek en druk stevig aan om de
bloedstroom te stoppen.
3. Laat geen benzine of olie in contact komen met uw huid. Houd benzine en olie uit de buurt van uw ogen.
Als er benzine of olie in uw ogen komt, spoel ze dan onmiddellijk uit met schoon water. Als de irritatie
aanhoudt, onmiddellijk medische hulp inroepen.
4. Mensen met een slechte bloedsomloop die worden blootgesteld aan overmatige trillingen kunnen letsel
oplopen aan de bloedvaten of het zenuwstelsel. Trillingen kunnen de volgende symptomen in de vingers,
handen of polsen veroorzaken: "inslapen" (gevoelloosheid), tintelingen, pijn, steken, verandering van
huidskleur of huid. Raadpleeg een arts als een van deze symptomen zich voordoet.
Bij brand komt veiligheid op de eerste plaats:
5. Als er brand uit de motor komt of er komt rook uit een andere bron dan de uitlaat, ga dan eerst weg van
het apparaat om uw veiligheid te garanderen.
6. Gebruik een poederblusser om te voorkomen dat het vuur zich uitbreidt.
7. Een paniekreactie kan leiden tot uitbreiding van de brand en andere schade.
ONDERHOUD EN OPSLAG
1. Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en schroeven vastzitten en dat het toestel in een veilige
bedrijfstoestand verkeert.
2. Controleer de vanger regelmatig op tekenen van slijtage en defecten.
3. Denk eraan dat bij eenheden met tandeenheden, de beweging van één tandeenheid de andere
tandeenheden kan doen beginnen te draaien.
4. Let er bij het afstellen van het toestel op dat uw vingers niet bekneld raken tussen bewegende
tanden en vaste delen van het toestel.
5. Let er bij onderhoudswerkzaamheden aan de tanden op dat de tanden ook bij uitgeschakelde
aandrijving nog bewogen kunnen worden.
6. Vervang voor uw eigen veiligheid versleten of beschadigde onderdelen onmiddellijk. Gebruik alleen
originele reserveonderdelen en originele accessoires.
7. Bewaar het toestel op een plaats waar het buiten het bereik van kinderen is.
8. Bewaar de machine met benzine in de tank nooit in een gebouw waar de dampen een open vlam of
vonk kunnen bereiken.
9. Laat de motor afkoelen voordat u hem in een kast opbergt;
10. Houd de motor, de uitlaatdemper, het accucompartiment en de brandstofopslagruimte vrij van gras,
stro, mos, bladeren of overmatig vet om het brandgevaar te beperken;
11. Als de brandstoftank moet worden geleegd, moet dit buiten gebeuren. De afgetapte brandstof moet
worden opgeslagen in een speciaal voor brandstofopslag bestemde container of zorgvuldig worden
verwijderd.
12. Breng de tanden boven de grond voordat u de machine parkeert.
ORIGINELE
INSTRUCTIES
15