NL
Betrieb
6. In gebruik
6.1 Overzicht van de LED-signalen
A
1
Zustand Erklärung
Weergave
Leuchtet Wenn Netzspannung AC 230 V vorhanden.
A.
Bedrijf netstroom (LED groen)
Erlischt
Bei Ausfall der Netzspannung.
Bei Ausfall der Sicherung (1).
Leuchtet Wenn 5 V Versorgung vorhanden.
B.
Bedrijf 5 V (LED groen)
Erlischt
Bei Ausfall der Netzspannung.
Bei Ausfall der Sicherung (1).
C.
Pomp verwarmen (LED rood)
Bei Ausfall der 5 V Versorgung.
energie anfordert.
D.
Pomp koelen (LED blauw)
Erlischt
Wenn kein Raumsensor Heizenergie anfor-
dert.
E.
Koelen (LED blauw)
Leuchtet Wenn die Regelung auf „Kühlung" einge-
stellt ist und mindestens ein Raumsensor
Kühlung anfordert.
C D E
B
Toestand
brandt
gaat uit
brandt
gaat uit
brandt
gaat uit
brandt
gaat uit
brandt
gaat uit
3. Neem nu de module van de DIN-rail door hem naar onderen te
bewegen.
DE
Verklaring
Bij aanwezige netstroom AC 230 V
Als de netstroom uitvalt.
Als de zekering (1) uitvalt.
Bij aanwezige 5 V stroomvoorziening.
Als de netstroom uitvalt.
Als de zekering (1) uitvalt.
Als de 5 V stroomvoorziening uitvalt.
Als minstens één kamersensor om verwarmingsenergie vraagt.
Als geen enkele kamersensor om verwarmingsenergie vraagt.
Als de regeling is ingesteld op „Koelen'' en minstens één kamersensor om
koeling vraagt.
Als geen enkele kamersensor om koeling vraagt.
Als de regeling is ingesteld op „Koelen''.
Als de regeling is ingesteld op „Verwarmen''.
17