Inhoudsopgave
Advertenties
Mach LED 2
MC/SC
4.9 Fundamentele werkwijze van de communicatie van de Dr. Mach LED lampen
De communicatie van de LED-lampen van Dr. Mach is gerealiseerd via een ééndraads bus.
De deelnemers aan de communicatiebus zijn stervormig met elkaar verbonden. Alle deelnemers aan de
communicatiebus hebben een uniek communicatienummer nodig dat kan worden ingesteld via de eerste
twee dipschakelaars op de besturingsprintplaten. Omdat voor de adressering 2 dipschakelaars zijn
voorzien, kunnen maximaal 4 onafhankelijke lampen op de bus met elkaar worden verbonden. Het
communicatienummer van elke lamp is in de fabriek ingesteld en kan bij de installatie op locatie alleen
worden veranderd door de armatuur te openen. Het communicatienummer is te zien door de sticker
„ Sync address" op elke 5-polige armatuur. Over het algemeen krijgen bij ons de LED3 lampen het Sync-
adres = 0 en de LED5 armaturen het Sync-adres = 1. Ook al spreekt de sticker van Sync-adres, hier
wordt behalve de communicatie van de armaturen onderling ook de communicatie met het wandpaneel
bedoeld. De armaturen moeten in een systeem verschillende Sync-adressen hebben, anders functioneert
de communicatie niet correct. Als bij de opdrachtverstrekking bekend is dat een combinatie van
LED3/LED3 of LED5/LED5 werd besteld, krijgen deze combinaties verschillende Sync-adressen. Zo is
gewaarborgd dat bij de installatie de armaturen niet meer geopend hoeven te worden. Het betekent
echter ook dat er bij grote leveringen voor meerdere operatiekamers op moet worden gelet welke lampen
worden gecombineerd.
De communicatie van de lampen met het wandpaneel functioneert via dezelfde ééndraads bus. In het
wandpaneel zit de dipschakelaar 4 die de besturingsprintplaat laat werken als wandpaneel. De
schakelaar in het wandpaneel moet ON zijn. De besturingsprintplaten in het wandpaneel moeten echter
hetzelfde Sync-adres hebben als de lamp waarvoor ze verantwoordelijk moeten zijn. Door hetzelfde
communicatieadres op de besturingsprintplaat in de armatuur en op de besturingsprintplaat in het
wandpaneel is gewaarborgd dat de wandcommunicatie functioneert.
Technische aanwijzingen m.b.t. de communicatie
De communicatie tussen de armaturen en met het wandpaneel geschiedt via een leiding. Op de leiding
ligt in rusttoestand een spanning van ca. 5-6V.
De communicatieleiding is naast de aansluitingen voor de voedingsspanning op de besturingsprintplaat te
vinden. De leiding loopt direct naar de chip van de controller. De pin van de controller is behoorlijk
gevoelig tegenover negatieve spanningen. D.w.z., als op de communicatiepin op de controller een
negatieve spanning aanligt die groter is dan – 0,3V, dan wordt de communicatiepin beschadigd en ligt op
een spanning van ca. 1V.
Na een correct voltooide installatie en tijdens lopend gebruik ontstaan geen negatieve spanningen. Bij het
installeren van de lamp evenals bij het bedraden van de leidingen kunnen er echter vereffeningsstromen
ontstaan die ertoe leiden dat het potentiaal op de communicatiepin tegenover de 0V leiding negatief
wordt. In dit geval wordt de communicatiepin beschadigd. Om deze reden moet er bij de installatie op
worden gelet dat de spanningsvoorziening van het systeem helemaal is uitgeschakeld en dat er ook geen
restenergie meer aanwezig is in de condensatoren (voedingsapparaat en lamp). De voedingsapparaten
hebben relatief grote condensatoren die bij het uitschakelen van de primaire spanning nog meerdere
minuten hoge spanningen hebben. De condensatoren moeten ontladen zijn, voordat de
communicatieleidingen van lamp en wandpaneel worden aangesloten.
Het referentiepotentiaal voor de communicatie is de 0V leiding van de voedingsapparaten. Omdat elke
lamp zijn eigen voedingsapparaat nodig heeft, moeten de 0V leidingen van de voedingsapparaten
verbonden zijn om hetzelfde referentiepotentiaal voor de communicatie te vormen. Gewoonlijk is de
verbinding op de flens in de fabriek uitgevoerd. Bij de installatie moet er echter toch op worden gelet dat
de 0V leiding van alle voedingsapparaten die worden gebruikt voor lampen met communicatie, zijn
overbrugd.
De aardedraad (groen-geel) heeft geen functie voor de communicatie. Er mag geen verbinding bestaan
tussen aardedraad en communicatieleiding, omdat niet is gewaarborgd dat de aardedraad altijd 0V-
potentiaal heeft. Als door een fout de communicatieleiding in aanraking komt met de aardedraad, kan het
zijn dat de communicatie niet correct functioneert. Het verkeerde gedrag is evt. niet direct te herkennen
en wordt evt. merkbaar door sporadisch verkeerd gedrag of doordat knoppen vaak moeten worden
bediend.
59160008
Uitgave 06
Dr. Mach
Lampen + techniek
10 juni 2015/Bak We Pagina
16/36
Advertenties
Inhoudsopgave
