8.2 Problemen en oplossingen
De brander werkt niet:
Controleer de afstellingen van de ketelthermostaat.
Voer de in de handleiding van de brander aangegeven
controles uit.
De veiligheidsthermostaat is uitgeschakeld door incidentele
oververhitting:
Controleer of de veiligheidsthermostaat niet ontkoppeld is. Om de
ketel opnieuw te starten moet de veiligheidsthermostaat gereset
worden. Verwijder het kapje van de veiligheidsthermostaat en duw
de resetknop in met een schroevendraaier.
• Standaard bedieningspaneel
• Bedieningspaneel R
Voer de handelingen uit voor een nieuwe inbedrijfstelling.
Neem contact op met uw installateur.
Controleer de stroomonderbreker
• Standaard bedieningspaneel
• Bedieningspaneel R
16/03/2016 - 300019444-02
De brander werkt, maar de radiatoren zijn koud:
Ontlucht de radiatoren.
Controleer de waterdruk. De minimale waterdruk moet 0.8 bar
zijn. Pas, indien nodig, de druk aan en voorkom het plotseling
binnenstromen van koud water in de ketel wanneer deze heet
is.
D000892A
Neem contact op met uw installateur, indien u vaak water bij
moet vullen.
Controleer de goede werking van de verwarmingspompen
Controleer de afstelling van de ketelthermosta(a)t(en).
D000891A
D000889A
D000890A
PK 350 - PK 450 - PK 550
0.8...1.5 bar
Zie pagina: 7-8.
8. Bij storing
15