5. Start de ketel
5 Start de ketel
Controleer de waterdruk van de cv-installatie. De minimale
waterdruk moet 0.8 bar zijn. Pas, indien nodig, de druk aan en
voorkom het plotseling binnenstromen van koud water in de
ketel wanneer deze heet is.
0.8...1.5 bar
Zet het apparaat onder spanning
Open de kleppen van de verwarmingskring
Open de brandstoftoevoerleiding
Doe een verzoek om verwarming: hierna zien (afhankelijk van
het type bedieningspaneel).
10
Bedieningspaneel S3
Zet de thermostaten van de ketel 3 op de gewenste stand. De
thermostaat van de 2e vlamgang moet afgesteld worden op
een waarde die minstens 5 °C lager is dan die van de
thermostaat van de eerste vlamgang.
Zonder regelaar wordt aangeraden de ketelthermostaten
nooit onder het merkteken 4 (ongeveer 40ºC) te plaatsen,
om zo alle risico's van condensatie in de ketel te vermijden.
Regelaar in de centrale schakelkast:
- Raadpleeg de handleiding van de regelaar.
De Aan/uit schakelaar (1) op stand I zetten.
De ketel komt nu in bedrijf.
PK 350 - PK 450 - PK 550
3
3
1
D000888
16/03/2016 - 300019444-02
A
D000885
A