Aanwijzingen voor de gebruiker
Bedieningsknoppen
De bedieningsknoppen van de
branders hebben drie standen:
•
gesloten - uit
maximale gastoevoer
minimale gastoevoer
Steek de brander altijd aan
voordat u er een pan opzet.
Geïntegreerde ontsteking
Druk de bij de brander horende knop
geheel in en draai hem op de hoogste
stand (
).
Maar houdt vervolgens de knop nog
5 seconden geheel ingedrukt. Dat is
nodig om de vlambeveiliging in te
schakelen. De vlam beveiliging
voorkomt (afb. 1 - D), dat het gas blijft
doorstromen, als de vlam uitwaait of
uitgaat door een storing in het gasnet.
Zet vervolgens de knop in de gewenste
stand.
Mocht na verschillende pogingen de
brander niet aan gaan, controleer dan of
de vlamverdeler (afb. 1 - B) en het
branderdeksel (afb. 1 - A) goed op hun
plaats liggen.
Om de brander uit te schakelen
draait u de knop rechtsom op de UIT
•
"
" stand.
Het ontstekingsmechanisme
mag niet langer dan 15
seconden ingedrukt worden.
Als de brander niet aan is na
15 seconden, wacht dan
minstens 1 minuut voordat u
het nogmaals probeert.
Als de brander per ongeluk
dooft, zet dan de knop op UIT
8
Wokbrander
C
A - Branderdeksel
B - Vlamverdeler
C - Vonkontsteking
D - Vlambeveiliging
A
B
D
afb. 1