Aangesloten sensoren instellen
1. Kolom met de sensornamen; de sensoren
kunnen worden benoemd in de instellingen
van de gebruikersinterface.
2. Kolom met kanaalnummers van de
sensoren.
Draadloze sensor koppelen met de hoofdunit
1. Druk op
of
worden.
2. Druk op
om het zoeken van de draadloze sensor te starten.
3. Kies op de draadloze sensor hetzelfde kanaal als u hebt gekozen op de hoofdunit, plaats
batterijen in de sensor en druk op de sensor op
4. Nadat de verbinding is gelegd worden op het kanaal het pictogram, de ID en de signaalsterkte
van de sensor getoond.
Een gekoppelde draadloze sensor verwijderen
1. Druk op
of
2. Druk op
om de draadloze sensor te wissen.
Status van gekoppelde draadloze sensor
1. Druk op
of
2. Druk tweemaal op
a.
Sensortype
b.
Batterijstatus
c.
Laatste succesvolle gegevensontvangst uit de sensor
om een leeg kanaal te kiezen waarop de sensor aangesloten moet
om de sensor die u wilt verwijderen te selecteren.
om de sensor waarvan u de status wilt weten te selecteren.
om details over de sensor te tonen:
3. Kolom met ID van de sensoren.
4. Kolom met pictogram van de sensoren.
5. Kolom voor bewerking van de
sensoren.
[ HOME ] om het koppelen te starten.
36