4.6. Aansluiten op de CAN-interface
4.6.1. Aansluiten van de datakabels
De bedrade communicatie-interface moet worden gebruikt in een topologie van een
busnetwerk (Tabel 17). Gebruik geen ring- of stertopologie. De specificaties van de bedrade
communicatie-interface beperken de buslengte/bussnelheid.
Bus lengte (L)
250 m
Tabel 16. Kabellengtes bedrade netwerkinterface
CAN Kabels
De verbinding met de CAN-bus kan worden gemaakt met standaard CAN-kabelbedrading
en accessoires. Een Y-split CAN kabel en inline CAN terminator kabel is beschikbaar voor
eenvoudige installatie en aansluiting op andere Li-ion accu's (zie hoofdstuk 3.7; optionele
componenten).
Waarschuwing! Gebruik altijd de meegeleverde M12-beschermkap als de CAN-aansluiting
!
niet wordt gebruikt. Anders is de IP-waarde niet gegarandeerd en kan er water/vocht in de
Li-ion accubehuizing binnendringen, wat ernstige schade kan veroorzaken.
Figuur 14. Aansluiten op de CAN-interface
Afsluitweerstanden
Gebruik afsluitweerstanden of de inline CAN terminator kabel op de eindknooppunten om
reflecties op de lijn te verhinderen. De waarde van deze weerstand moet +/- 120 ohm zijn.
Be in charge.
Max. stub lengte (S)
11 m
Super B.
Gecumuleerde stub lengte
55m
23