Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie en Onderhoud
3. Installatie
3.1. Algemeen
Het reduceerventiel type DRV moet gemonteerd worden in een horizontale leiding met de doorstroming volgens de pijl op het huis. Bij
temperaturen lager dan 125°C mag de servomotor zowel naar boven als naar onder gericht zijn (zie fig. 5). Bij temperaturen hoger dan
125°C en bij stoom moet de servomotor naar onder gericht zijn en een waterslotvaatje moet voorzien worden in de impulsleiding tussen de
lage-drukleiding en de servomotor (Fig.4).
a)
Voor temperaturen > 125°C stroomafwaarts
Gebruik voor stoom een waterslotvaatje type WS4 of WS4-3 in de impulsleiding om het membraan te beschermen.
Fig. 4
b)
Voor temperaturen < 125°C stroomafwaarts
Voor water, bij temperaturen lager dan 125°C, mag de drukregelaar ook gemonteerd worden met de servomotor naar boven gericht.
Fig. 5
3.2. Impulsleiding
Het impulssignaal voor de servomotor wordt rechtstreeks afgetakt van de lage-drukleiding in een punt op ten minste 1 m of 15D afstand van
het regelventiel of elke andere bocht of afsluiter die turbulentie veroorzaakt in de stroming. De impulsleiding wordt bij voorkeur uitgevoerd
met stalen, roestvrijstalen of koperen leiding 8 mm met een lengte van minimum 1 m.
3.3. Onzuiverheden
Teneinde eventuele onzuiverheden, roestschilfers, enz. te verwijderen, moet de leiding doorgespoeld worden alvorens de regelaar te
monteren.
Vóór de regelaar wordt steeds een filter ingebouwd met dezelfde DN als de toevoerleiding. In stoom- en persluchtinstallaties moet de filter
zijdelings worden gemonteerd (met de zeef in het horizontale vlak) om opstapeling van condensaat te vermijden.
IM-S012-04 / CTLS-BEn-13
* Min. 1m of 15D
* Min. 1m of 15D
DRV / DRVG
Waterslotvaatje
Type WS4
- 9 / 22 -
Advertenties
Inhoudsopgave
