Gebruiksaanwijzing
PTO-schakelaar (R)
Afb. 6b
Met de PTO-hendel wordt het
maaimechanisme mechanisch
in en uitgeschakeld.
Maaimechanisme uitschakelen
= hendel naar achteren trekken,
tot aan de aanslag
Maaimechanisme inschakelen
= hendel langzaam naar voren
duwen, tot aan de aanslag
Rijrichtinghendel (S) (alleen
bij modellen met Auto-Drive-
aandrijving)
Afb. 9
De instellingen mogen alleen
worden gewijzigd als de tractor
stilstaat.
Druk hiervoor het rempedaal
helemaal in en houd dit ingedrukt.
Vooruit = hendel op „F/ "
Vrijloop = hendel op „N"
Achteruit = hendel op „R/ "
Rijpedaal (T) (Machine
met autodrive-aandrijving)
Afb. 1
Stel met het rijpedaal de snelheid
traploos in:
– Zet de rijrichtinghendel in stand
„F" (vooruit) ( ) of „R"
(achteruit) ( ).
– Duw het rijpedaal naar voren.
Hoe verder naar voren, hoe
sneller.
Licht (afhankelijk van model)
Afb. 21
Koplamp inschakelen = schakelaar
op „ON".
Sommige modellen hebben geen
lichtschakelaar.
De koplampen branden zolang
de motor loopt of de contactsleutel
in stand
wordt gezet (afhanke-
lijk van het model).
Bediening
Neem ook de aanwijzingen
in de gebruiksaanwijzing van
de motor in acht.
Gevaar
Verwondingsgevaar
Personen, kinderen of dieren
mogen zich bij het maaien nooit
in de buurt van de machine
bevinden.
Ze kunnen gewond raken door
naar buiten geslingerde stenen
en dergelijke. Kinderen mogen
de machine nooit bedienen.
Wees bijzonder voorzichtig bij
achteruit maaien (machines
met OCR-schakelaar).
Er mogen zich geen personen in de
buurt van de machine bevinden.
Maak de grasvanger nooit leeg
wanneer het maaimechanisme
loopt. Maak de grasbak nooit
leeg als het maaimechanisme
in beweging is.
Bij het maaien op steile hellingen
kan de machine kantelen en u kunt
gewond raken. Rijd nooit dwars
op een helling, maar altijd omhoog
en omlaag. Rijd alleen op aflopend
terrein met een hellingspercentage
van maximaal 20%.
Keer niet op een helling.
Bij het maaien van vochtig gras kan
de machine door verminderde grip
op de ondergrond slippen en u kunt
vallen. Maai alleen wanneer het
gras droog is.
Te hoge snelheid kan het gevaar
voor ongevallen verhogen.
Houd voldoende afstand bij het
maaien langs randen, bijvoorbeeld
in de buurt van steile hellingen,
onder bomen of langs struiken
en heggen.
Weer bijzonder voorzichtig
wanneer u achteruit rijdt.
Controleer het terrein waarop u de
machine gebruikt en verwijder alle
voorwerpen die vastgegrepen
en weggeslingerd kunnen worden.
Als het maaigereedschap een
voorwerp (bijvoorbeeldeen steen)
raakt of als de machine ongewoon
begint te trillen: Zet de motor uit.
Machine vóór verder gebruik door
een gespecialiseerde werkplaats
op schade laten onderzoeken.
Ga bij een sikkelmaaier nooit voor
de grasuitwerpopeningen staan.
Houd nooit uw handen of voeten
onder draaiende delen.
Zet de motor uit en trek de sleutel
uit het stopcontact en de stekker
los van de bougie voordat
u verstoppingen uit de uitwerp-
opening verwijdert.
Gebruik de machine niet bij slechte
weersomstandigheden of bij kans
op regen of onweer.
Gevaar voor verstikking door
koolmonoxide
Laat de verbrandingsmotor alleen
buitenshuis lopen.
Explosie- en brandgevaar
Brandstof- en benzinedampen zijn
explosief en brandstof is zeer
brandbaar.
Vul de tank met brandstof voordat
ude motor start. Houd de brand-
stoftank gesloten wanneer
de motor loopt of nog heet is.
Vul alleen brandstof bij nadat
de motor is uitgeschakeld
of afgekoeld. Voorkom open vuur
en vonkvorming en rook niet.
Vul de tank van de machine alleen
buitenshuis.
Start de motor niet als er brandstof
overgelopen is.
Machine verwijderen van de plaats
waar de brandstof is gemorst
en wachten totdat de brandstof-
dampen vervluchtigd zijn.
Ter voorkoming van brandgevaar
dient u de volgende delen vrij van
gras en naar buiten komende olie
te houden: motor, uitlaat, accu
en brandstoftank.
Gevaar
Verwondingsgevaar door defecte
machine
Gebrui k de machine alleen
in onberispelijke toestand.
Controleer de machine voor elk
gebruik op zichtbare gebreken.
Controleer in het bijzonder veilig-
heidsvoorzieningen en het maai-
mechanisme met houder, bedie-
ningselementen en schroefverbin-
dingen op beschadigingen
en stevig vastzitten.
Vervang beschadigde delen voor
het gebruik.
Gebruikstijden
Neem de geldende voorschriften
met betrekking tot gebruikstijden
in acht (vraag eventueel na bij uw
gemeente).
Nederlands
47