Gebruiksaanwijzing
Controleer het zuurpeil.
Voeg eventueel accuzuur toe.
Laad de accu voor de eerste
ingebruikneming 2 tot 6 uur
op met een acculader (maximale
laadstroom 12 volt, 6 ampère).
Trek na het laden eerst de
netstekker uit het oplaad-
apparaat en maak vervolgens
de klemmen van de accu los
(zie ook gebruiksaanwijzing
van het oplaadapparaat).
Breng de sluitdoppen van
de accucellen aan.
Monteer de accu in de machine.
Verwijder de blinde sluiting
van de ontluchting van de accu.
Steek de ontluchtingsslang vast
en geleid deze in de machine
naar beneden. Zorg ervoor dat
de slang ongehinderd verloopt!
(Afb. 2c)
Klem eerst de rode kabel (+)
en vervolgens de zwarte kabel
(–) vast (Afb. 2a).
De accu hoeft later alleen met
gedestilleerd water te worden
gevuld (controle elke 2 maanden).
Houd de accu schoon.
Let op
Houd rekening met de montage-
volgorde bij los- en vastmaken
van de klemmen van de accu.
Montage (Afb. 2a)
Maak eerst de rode kabel
(+/pluspool) en vervolgens
de zwarte kabel (–/minpool) vast.
Demontage:
Sluit eerst de zwarte kabel
(–/minpool) en vervolgens
de rode kabel (+/pluspool) aan.
Stuurwiel monteren
Afb.2d
Steek de manchet (2) (afhanke-
lijk van de uitvoering) en het
stuurwiel (1) op de stuuras.
Leg de onderlegring (3) met
de bolle kant naar boven neer
en bevestig het stuurwiel met
de schroef (4).
Breng de afschermdop (5) aan.
Stoel monteren
Afb. 2e
a) Stoel met verstelhendel
b) Stoel met verstelschroef
Transportbeveiliging aan
de uitwerpklep verwijderen
Afb. 17
Borgplaat of kabelband (afhankelijk
van de uitvoering) verwijderen.
De uitwerpklep sluit automatisch.
Bedienings- en weergave-
elementen
Let op.
Schade aan de machine
Hier worden eerst de functies van
de bedienings- en indicatieelemen-
ten beschreven. Bedien nog geen
van de beschreven functies.
Afb. 1
Model A – Machine met hydrostaat-
aandrijving
A Contactslot met OCR-functie
B PTO-schakelaar
C Pedaal vooruitrijden
D Pedaal achteruitrijden
E Instelhendel voor maaihoogte
F Dooshouder
G Transmissie-ontgrendelings-
hendel *
H Opbergvak
I
Stoelverstelhendel
J
Rempedaal
K Indicatie tankinhoud
L Choke
M Schakelaar voor vastzetrem/
Tempomat
N Gashendel/choke
O Brandstoftank
P Combinatie-indicatie
Q Stuurwiel *
(* niet zichtbaar)
Model B – machines
met Auto-Drive-aandrijving
A Contactslot met OCR-functie
E Instelhendel voor maaihoogte
F Dooshouder
I
Stoelverstelhendel
J
Rempedaal
K Indicatie tankinhoud
L Choke
M Schakelaar voor vastzetrem/
Tempomat
N Gashendel/choke
O Brandstoftank
P Combinatie-indicatie
Q Stuurwiel *
R PTO-schakelaar
S Rijrichtinghendel
T Rijpedaal
(* niet zichtbaar)
Contactslot met OCR-functie
(A) (afhankelijk van model)
Afb. 3
Dit contactslot is voorzien van een
OCR-functie (door de gebruiker
bestuurd achteruit maaien).
Starten: draai de sleutel naar
rechts
tot de motor loopt.
Laat de sleutel vervolgens los.
Sleutel staat op
stand) en staat voorwaarts maaien
toe.
OCR-stand: sleutel naar links
van normale stand op stand
voor achteruit maaien
draaien en op de schakelaar (1)
drukken.
De controlelamp (2) brandt en geeft
aan dat er nu achteruit en vooruit
met de machine kan worden
gemaaid.
Stoppen: draai de sleutel naar
links op
.
Opmerking
Gebruik de OCR-functie alleen
indien beslist noodzakelijk en werk
anders in de normale stand.
De OCR-functie wordt automatisch
uitgeschakeld zodra de sleutel
in de nulstand wordt gedraaid
of de motor wordt uitgeschakeld
(stopstand of uitschakeling van
de motor door het veiligheids-
blokkeersysteem).
PTO-schakelaar (B)
(afhankelijk van type)
Afb. 6a
Met de PTO-schakelaar wordt
het maaimechanisme via een
elektromechanische koppeling
in- en uitgeschakeld.
Inschakelen = trek aan de schake-
laar.
Uitschakelen = druk op de schake-
laar.
Opmerking: Bij automatische
uitschakeling door het veiligheids-
blokkeersysteem (bijvoorbeeld-
achteruitrijden met ingeschakeld
maaimechanisme) moet de
schakelaar eerst in de stand „uit"
en vervolgens weer in de stand
„aan" worden gezet om de
blokkering van de koppeling
op te heffen.
Nederlands
(normale
45