Inhoudsopgave
Advertenties
In-/uitschakelvertraging
Functie relais 2 (optie)
Testknop
VEGATOR 121 •
compleet, dan gaat de VEGATOR 121 in storing. Een functietest
wordt uitsluitend door indrukken van de testknop gestart. Bij het
inschakelen van de VEGATOR 121 wordt deze functietest niet auto-
matisch uitgevoerd.
Opmerking:
De inschakelpulsbewaking moet bij het aansluiten van sensoren zon-
der deze gedefinieerde schakelreeks worden uitgeschakeld.
Via deze schakelaar kunt u het omschakelen van de relais met de in-
gestelde tijd vertragen. Dit kan bijv. bij onrustige productoppervlakken
zinvol zijn, om een ongewild schakelcommando te voorkomen. De in-/
uitschakelvertraging kan onafhankelijk van elkaar worden ingesteld.
Wanneer voor beide schakelaars bijv. de inschakelvertraging is
geactiveerd, dan worden beide tijden bij elkaar opgeteld. Zo kunnen
vertragingstijden van 2, 6 of 8 seconden worden ingesteld.
Informatie:
Let erop, dat de schakelvertraging van de sensor en de meetverster-
ker bij elkaar worden opgeteld.
Bij de VEGATOR 121 kan als optie een tweede relais worden besteld.
Via deze DIL-schakelaar wordt bepaald, welke functie het tweede
relais heeft. Het kan als storingsmeldrelais of als tweede niveaurelais
worden geconfigureerd. Bij de configuratie als niveaurelais is het
schakelgedrag identiek aan dat van relais 1. Wanneer het Instrument
WHG-toegelaten is, kunnen beide relais als WHG-relais worden
gebruikt.
Bij de aansluiting van een niveauschakelaar VEGASWING, VEGAVIB,
VEGAWAVE in tweedraadsuitvoering kan een functietest worden
uitgevoerd. De testtoets is achter de frontplaat van de meetversterker
verzonken aangebracht. Druk gedurende minimaal twee seconden
op de testtoets met een daarvoor geschikt object (schroevendraaier,
ballpoint enz.).
Het bedienen van de testknop onderbreekt het stroomcircuit naar
de sensor en activeert daardoor het opnieuw starten van de sensor.
Daarbij worden de toestanden storingsmelding, leegmelding en vol-
melding gesimuleerd. De totale testprocedure duurt circa 5 seconden.
Daarna mag bij correcte werking de rode storingsmeld-LED niet
branden en de relais zijn afhankelijk van de toestand van de sensor
aangetrokken of afgevallen.
Bij een negatief testresultaat brandt de rode storingsmeld-LED en de
relais moeten zijn afgevallen. Het complete meetsysteem moet in dit
geval worden gecontroleerd en hersteld.
Opmerking:
Let erop, dat de nageschakelde apparaten tijdens de functietest zijn
geactiveerd. Daarmee kunt u dan het correct functioneren van het
meetsysteem controleren.
6 In bedrijf nemen
15
Advertenties
Inhoudsopgave
