6
Elektrische aansluiting
6.1
Aansluiting voorbereiden
Veiligheidsinstructies
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
•
De elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de
eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd.
•
Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten overspan-
ningsbeveiligingen worden geïnstalleerd.
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten of losmaken.
Voedingsspanning
De specificaties betreffende voedingsspanning vindt u in hoofdstuk
"Technische gegevens".
Omdat het om een instrument met veiligheidsklasse I gaat, is de aanslui-
ting van de randaarde noodzakelijk.
Verbindingskabel
Gebruik kabel met ronde doorsnede. De kabeldiameter moet bij de ge-
bruikte kabelwartel passen, om de afdichtende werking van de kabelwar-
tel (IP-beschermingsklasse) te waarborgen.
De voedingsspanning wordt aangesloten met standaard kabel conform
de nationale installatienormen.
Voor het aansluiten van de sensoren kan standaard tweeaderige kabel
worden gebruikt.
Kabelafscherming en aarding
Bij de aansluiting van VEGAMET 861/862 op HART-sensoren moet de
meegeleverde aardklem buiten op de behuizing worden aangebracht.
Maak hiervoor de voorgeperste opening (ø 6 mm) aan de onderzijde van
het instrument voorzichtig open met een stuk passend gereedschap en
schroef de aardklem in.
Sluit de kabelafscherming aan beide zijden op het aardpotentiaal aan.
In de sensor/VEGAMET moet de afscherming direct op de interne
aardklem worden aangesloten. De externe aardklem op de sensorbe-
huizing/VEGAMET moet laagohmig met de potentiaalvereffening zijn
verbonden.
Indien potentiaalvereffeningsstromen kunnen worden verwacht, moet
de afschermingsverbinding aan de zijde van de VEGAMET via een
keramische condensator (bijv. 1 nF, 1500 V) worden gerealiseerd. De
laagfrequente potentiaalvereffeningsstromen worden nu onderdrukt, de
beschermende werking tegen hoogfrequentie stoorsignalen blijft echter
behouden.
Meetversterkers en Communicatie
Elektrische aansluiting
6.2
Aansluiting VEGAMET 841
Relay Output
Power
1
91 92
61 62 63 64 65 66 67 68 69
+
-
L
N
1
5
Fig. 6: Aansluitschema VEGAMET
1
Voedingsspanning van de regelaar
2
Relaisuitgangen 1 ... 3
3
Stroomuitgang
4
Sensoringang (actief/passief)
5
Aardklem voor randaarde
Details omtrent de elektrische aansluiting vindt u in de handleiding van
het instrument in de downloadsectie op onze homepage.
6.3
Aansluiting VEGAMET 842
Relay Output
Power
1
91 92
61 62 63 64 65 66 67 68 69
+
-
L
N
1
5
Fig. 7: Aansluitschema VEGAMET
1
Voedingsspanning van de regelaar
2
Relaisuitgangen 1 ... 3
3
Stroomuitgangen 1/2
4
Sensoringang 1/2(actief/passief)
5
Aardklem voor randaarde
Details omtrent de elektrische aansluiting vindt u in de handleiding van
het instrument in de downloadsectie op onze homepage.
Current
2
3
Output
Sensor
41 42
1 2 3
+ -
2
3
4
Current
Output
2
3
1
2
Sensor 1
41 42 43 44
1 2 3
+ - + -
4
2
3
Sensor 2
4 5 6
9