Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Units/Language/Offsets (Eenheden/Taal/Compensatie) - Mercury Marine SmartCraft SC5000 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

INSTELLINGEN
Instellingsopties

Units/Language/Offsets (Eenheden/Taal/Compensatie)

Een instelling veranderen:
1. Druk op YB om de gewenste menuselectie te markeren.
2. Druk op A" om het menuvak te bewerken.
3. Druk op SELECT (Selecteren) om de instellingen te accepteren.
UNITS ENG (Eenheden engels) – Hiermee kunt u het Engelse of metrieke formaat voor de maateenheden
selecteren.
UNITS SPD (Eenheden snelheid) – Hiermee kunt u de eenheden selecteren waarin de snelheid wordt
weergegeven. U kunt kiezen uit MPH (mijl per uur), KM/H (kilometer per uur) of Knots (knopen).
LANGUAGE (Taal)– System View wordt op dit moment alleen in het Engels weergegeven.
SEA TEMP OFFSET (Zeetemp. compensatie) – De zeewatertemperatuursensor kan zodanig worden
gekalibreerd dat deze overeenkomt met de werkelijke zeewatertemperatuur. Bereken hoeveel graden de
zeewatertemperatuur afwijkt en voer dit in het menuvenster in.
STEERING OFFSET (Stuurcompensatie) – De stuursensor kan gekalibreerd worden ter compensatie voor
onnnauwkeurigheiden. Bereken hoeveel graden de stuursensor afwijkt en voer dit in het menuvenster in.
DEPTH OFFSET TO (Dieptecompensatie tot) – Gewoonlijk meet deze eenheid de waterdiepte vanaf het
oppervlak van de transducer (sensor). Aangezien de transducer zich onder water bevindt, is deze afstand niet de
exacte waterdiepte. U kunt de dieptewaarde veranderen met behulp van deze dieptecompensatiefunctie. U hebt
drie keuzen voor dieptecompensatie:
1. SENSOR – Meet de waterdiepte vanaf het oppervlak van de transducer. Er is geen instelling voor
dieptecompensatie nodig.
2. WATERLINE (Waterlijn) – Meet de waterdiepte vanaf het wateroppervlak. U moet de instelling voor de
dieptecompensatie hieronder veranderen. Meet de afstand tussen het oppervlak van de transducer en de
waterlijn. Voer deze waarde in het menuvak voor dieptecompensatie eronder in.
3. KEEL (Kiel) – Vermeldt de waterdiepte vanaf de kiel van de boot. U moet de instelling voor de
dieptecompensatie hieronder veranderen. Meet de afstand tussen de transducer en het laagste gedeelte van
de boot. Voer deze waarde in het menuvak voor dieptecompensatie eronder in. Deze compensatiewaarde is
een negatieve waarde.
DEPTH OFFSET (Dieptecompensatie) – Activeer de dieptecompensatiefunctie door de hierboven bepaalde
afstand toe te voegen voor de waterlijn- of kielcompensatie.
SHALLOW ALARM (Alarm ondiep water) – Het alarm voor ondiep water kan zo worden ingesteld dat er een
waarschuwing klinkt bij een door de gebruiker bepaalde diepte. Activeer het alarm voor ondiep water door de
gewenste diepte in het menuvak in te voeren. Het dieptebereik kan 0,0 tot 650,0 voet zijn. Desactiveer het alarm
ondiep water door hem in te stellen op "0". Het alarm werkt alleen als de instelling voor de waarschuwingshoorn
is geactiveerd. Raadpleeg "Instelling/Voorkeuren".
DEPTH ALARM (Dieptealarm) – Het alarm voor waterdiepte kan zo worden ingesteld dat er een waarschuwing
klinkt bij een door de gebruiker bepaalde diepte. Activeer het dieptealarm door de gewenste diepte in het
menuvak in te voeren. Het dieptebereik kan 0,0 tot 650,0 voet zijn. Desactiveer het dieptealarm door het op "0"
in te stellen. Het alarm werkt alleen als de instelling voor de waarschuwingshoorn is geactiveerd. Raadpleeg het
menu "Instelling/Voorkeuren" in hoofdstuk 6.
FUEL OFFSET (Brandstofcompensatie) – Als het brandstoftankpeil niet als "0" afleest wanneer de
brandstoftank volkomen leeg is, kan de brandstofcompensatie worden gekalibreerd om de aflezing te corrigeren.
Wanneer de brandstoftank volkomen leeg is, moet de op het statusscherm van de brandstoftank getoonde
brandstofhoeveelheid worden ingevoerd. Deze hoeveelheid wordt van de aflezing op het scherm afgetrokken.
Dit moet het tankniveauscherm veranderen, zodat er nu "0"wordt afgelezen.
Pagina 6-4
90-895200B MAART 2004

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave