4 Monteren
Voorbeeld - grote tank
Voorbeeld - kleine tank
16
Bij instrumenten met absolute druk is in plaats van het filterelement
een blindplug ingebouwd.
4.3
Combinatie primary - secondary
In principe zijn alle sensorcombinaties binnen de VEGABAR 80 serie
toegestaan. Aan de volgende voorwaarden moet daarbij zijn voldaan:
•
Configuratie primary device geschikt voor elektronisch drukver-
schil
•
Druktype voor beide sensoren identiek, d.w.z. relatieve druk/rela-
tieve druk of absolute druk/absolute druk
•
Primary device meet de hogere druk
•
Meetopstelling als in de volgende hoofdstukken getoond
Het meetbereik van elke sensor wordt zodanig gekozen, dat het bij
de meetplaats past. Daarbij moet rekening worden gehouden met de
maximaal aanbevolen Turn Down. Zie hoofdstuk " Technische gege-
vens". De meetbereiken van primary en secondary hoeven niet per se
overeen te komen.
Meetresultaat = meetwaarde primary (totale druk) minus meet-
waarde secondary (statische druk)
Afhankelijk van de meettaak kunnen individuele combinaties ont-
staan, zie volgende voorbeelden:
Gegevens
Meetopgave: niveaumeting
Medium: water
Tankhoogte: 12 m, druk = 12 m x 1 Kg/m
Bovenliggende druk: 1 bar
Totale druk: 1,18 bar + 1 bar = 2,18 bar
Keuze instrument
Nominaal meetbereik primary: 2,5 bar
Nominaal meetbereik secondary: 1 bar
Turn Down: 2,5 bar/1,18 bar = 2,1 : 1
Gegevens
Meetopgave: niveaumeting
Medium: water
Tankhoogte: 250 mm, druk = 0,25 m x 1 Kg/m
0,025 bar
Bovenliggende druk: 350 mbar = 0,35 bar
Totale druk: 0,025 bar + 0,35 bar = 0,375 bar
Keuze instrument
Nominaal meetbereik primary: 0,4 bar
Nominaal meetbereik secondary: 0,4 bar
Turn Down: 0,4 bar /0,025 bar = 16 : 1
VEGABAR 86 • Secondary-device voor elektronisch drukverschil
x 9,81 m/s
= 1,18 bar
3
2
x 9,81 m/s
=
3
2