UK
Uponor Smatrix Basis systeem
Een aansluitvoorbeeld van een Uponor Smatrix Base
CZ
regelmodule (zes kanalen) met een optionele Uponor
Smatrix Base uitbreidingsmodule (zes extra kanalen)
met systeemapparaten (S) en ruimtethermostaten (T)
zoals in de afbeelding.
DE
De installatie werkt op de normale manier: de
ruimtethermostaten regelen elke ruimte op basis van
DK
de ingestelde temperaturen.
Verbindingen
EE
Het systeem is gebaseerd op een Bus-communicatieprotocol
(hiervoor is het unieke ID van de ruimtethermostaat
nodig waarmee deze bij de regelmodule geregistreerd
ES
is), dat gebruik maakt van doorlussen, directe of ster-
schakelingen. Hierdoor kan er in serie en parallel worden
aangesloten, wat het bedraden en aansluiten van de
FI
ruimtethermostaten en systeemapparaten veel makkelij-
ker maakt dan wanneer er maar één ruimtethermostaat
per aansluitklem aangesloten kan worden.
FR
Het grote aantal schakelmogelijkheden die dit
communicatieprotocol biedt, kunnen zo gecombineerd
worden dat ze het beste bij het actuele systeem passen.
HR
Ruimtethermostaten en thermische aandrijvingen
•
Ruimtethermostaat #01 bestuurt de thermische
HU
aandrijvingen op kanalen 01a, 01b, 02a en 02b met
behulp van een optie.
•
Ruimtethermostaat #03 bestuurt de thermische
IT
aandrijvingen op kanalen 03 tot 05 met behulp van
een optie.
•
Ruimtethermostaat #06 stuurt de thermische
LT
aandrijvingen op kanalen 06 en 07 aan
•
Ruimtethermostaat #08 bestuurt de thermische
LV
aandrijvingen op kanalen 08 tot 11 met behulp van
een optie.
•
Ruimtethermostaat #12 stuurt de thermische
NL
aandrijving op kanaal 12 aan.
Systeemapparaten
NO
•
De timer regelt het wisselen tussen de Comfort- en
ECO-modus voor alle beschikbare ruimtethermostaten
die geactiveerd zijn voor geprogrammeerde program-
PL
ma's (behalve de digitale ruimtethermostaat T-148).
•
Ruimtethermostaat Public T-143 met verschillende
functies (opties B en C).
PT
LET OP!
Als een ruimtethermostaat Public T-143 met
RO
verschillende functies geregistreerd wordt als
systeemeenheid, werkt de ruimtethermostaat
alleen als een externe eenheid. De
RU
ruimtethermostaat regelt niet de temperatuur
van de ruimte waar deze geplaatst is.
SE
Optie A
•
Externe voeler.
•
Vloervoeler.
SK
16
Optie B
•
Buitenvoeler.
Optie C
•
Externe voeler voor het omschakelen tussen
verwarmen/koelen.
•
Schakelaar verwarmen/koelen.
•
Comfort-/ECO-schakelaar
Programma's
Programmeerbare programma's kunnen, tijdens
verwarmen/koelen, schakelen tussen Comfort en ECO.
Zie het voorbeeld hieronder.
Comfort
ECO
nacht
0 h 00
Andere ruimtes kunnen, afhankelijk van hoe het
systeem is opgezet, tussen Comfort- en ECO-modus
schakelen, afhankelijk van hun eigen geprogrammeerde
programma's.
Dit vereist één of meerdere van de volgende punten:
•
Uponor Smatrix Base timer I-143
De timer past het programma toe op het
hele systeem. De timer kan de digitale
ruimtethermostaat T-148 alleen besturen, als het
ruimtethermostaatprogramma op Uit wordt gezet.
•
Uponor Smatrix Base ruimtethermostaat Prog.+RH
T-148
De ruimtethermostaat regelt zijn eigen ruimte,
binnen de bovenstaande beperkingen, met
betrekking tot de bedieningsmodule en de timer.
Comfort
ECO
0 h 00
Ook wanneer er geprogrammeerde programma's in
het systeem zijn, kunnen sommige ruimte nog steeds
werken zonder programma. Deze ruimtes staan constant
in Comfortmodus en worden niet beïnvloed door de
programmering van andere ruimtes.
Schakelaar verwarmen/koelen
De schakelaar verwarmen/koelen wordt handmatig
bediend via een ruimtethermostaat Public of een extern
signaal. Het wordt gebruikt om de werking van de
regelmodule te schakelen tussen verwarmen en koelen.
U P O N O R S M AT R I X B A S E · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
Schema 1
ochtend
namiddag
6 h 00
12 h 00
18 h 00
Schema 2
nacht
ochtend
namiddag
6 h 00
12 h 00
18 h 00
nacht
24 h 00
nacht
24 h 00