Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Functie Relatieve Luchtvochtigheid - Uponor Smatrix Base Installatie- En Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Smatrix Base:
Inhoudsopgave

Advertenties

Lage temperatuurhysterese
Uponor gebruikt een lage temperatuurhysterese
voor de beste prestaties van het systeem. Het wordt
gebruikt voor een grote regelnauwkeurigheid door te
bepalen wanneer dient te worden gestart en gestopt
met verwarmen en koelen, gebaseerd op informatie van
voelers en ingestelde waarde.
Temperatuurverschil verwarmen/
koelen
Uponor gebruikt een temperatuurverschil om de
schakeltemperaturen te wijzigen bij het omschakelen
tussen verwarmen en koelen. Dit verbetert de prestaties
van het systeem en vermindert de noodzaak tot
handmatig bijstellen van de schakeltemperaturen bij het
omschakelen tussen verwarmen en koelen.
De standaardwaarde is ingesteld op 2° C en wordt
gebruikt om de schakeltemperaturen te verhogen bij
het omschakelen naar koelen. Bij het omschakelen
naar verwarmen wordt de waarde gebruikt om de
schakeltemperatuur te verlagen

Functie relatieve luchtvochtigheid

Om condensatie bij het koelen te voorkomen, wordt
aanbevolen om de relatieve luchtvochtigheid (RH) in de
ruimtes te meten. De relatieve luchtvochtigheid wordt
gemeten met één of meer ruimtethermostaten (met RH-
sensor).
Wanneer de relatieve luchtvochtigheid in één
van de ruimtethermostaten (indien meer dan één
ruimtethermostaat aanwezig is) de 80% bereikt, zal het
koelen voor het hele systeem worden uitgezet).
Wanneer de relatieve luchtvochtigheid onder de 76% is
gedaald, zal de koeling weer worden ingeschakeld.
Management van thermische
aandrijvingen
Het management van de thermische aandrijvingen
voorkomt dat er teveel thermische aandrijvingen
tegelijkertijd geopend zijn, om de piekspanning tijdens
warmtevraag te verlagen. De piekspanning kan verlaagd
worden door het openen van een aantal thermische
aandrijvingen te vertragen, omdat ze de meeste
spanning gebruiken tijdens het openen.
Tot acht thermische aandrijvingen in tot zes ruimtes
kunnen tegelijkertijd geopend worden. Zijn er meer
thermische aandrijvingen dan komen deze in een
wachtrij en worden ze op volgorde geopend.
Pompmanagement
Elke regelmodule in een systeem heeft een pomprelais
waar één pomp op kan worden aangesloten. Als er een
vraag is in een ruimte, wordt de pomp gestart.
U P O N O R S M AT R I X B A S E · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
Noodvoorziening
Wanneer de verbinding met de ruimtethermostaat is
verbroken, kan de bijbehorende groep niet op basis van
ruimtetemperatuur worden geregeld. De regelmodule
activeert in dat geval een nood-functie voor de
betrokken groep en de thermische aandrijving wordt
met een vaste interval open gestuurd.
De functie blijft geactiveerd totdat de
ruimtethermostaat weer is verbonden.
Systeemklok
Voor nauwkeurige loggegevens, planning en de
verschillende timerinstellingen ontvangt de regelmodule
de juiste tijd en datum van één van de invoerapparaten
(timer, programmeerbare ruimtethermostaat enz.).
UK
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NO
PL
PT
RO
RU
SE
SK
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave