Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vega VEGATOR 112 Handleiding pagina 15

Verberg thumbnails Zie ook voor VEGATOR 112:
Inhoudsopgave

Advertenties

Kabelbewaking
Testknop
VEGATOR 112 •
ingesteld (hysterese). Via de inbouw resp. de afstand tussen de beide
sensoren kan de hysterese naar wens worden gedefinieerd. Het max.
niveau moet hierbij op sensoringang 1 worden aangesloten, het min.
niveau op sensoringang 2.
De tweepuntsregeling wordt bijvoorbeeld bij het vullen of aftappen via
een pomp gebruikt. Zo kan bijv. het vullen van een tank bij 10% wor-
den ingeschakeld en bij 90% weer worden uitgeschakeld. De uitgang
van het tweede kanaal gedraagt zich identiek aan het eerste kanaal,
zolang de bedrijfsmodus hetzelfde is ingesteld. Door verandering van
de bedrijfsmodus kan de werking van het relais worden geïnverteerd.
Bij de aansluiting van NAMUR-niveauschakelaars kan de kabelbe-
waking de ingang continu controleren op kabelbreuk of kortsluiting.
Wanneer een mechanische schakelaar, bijv. een vlotterschakelaar
moet worden aangesloten, dan moet de kabelbewaking worden uitge-
schakeld, omdat hier alleen de schakeltoestanden open of gesloten
worden geleverd.
Bij de aansluiting van een grenswaardeschakelaar VEGAVIB/VEGA-
WAVE/VEGASWING in NAMUR-uitvoering kan een functietest wor-
den uitgevoerd. De testtoets is achter de frontplaat van de regelaar
verzonken aangebracht. Druk gedurende minimaal een seconde op
de testtoets met een daarvoor geschikt voorwerp (schroevendraaier,
ballpoint enz.).
Opmerking:
Let erop dat de nageschakelde apparaten tijdens de functietest zijn
geactiveerd. Daarmee kunt u dan het correct functioneren van het
gehele meetsysteem controleren.
Testprocedure met VEGAVIB/VEGAWAVE
Door de testknop te bedienen wordt het stroomcircuit naar de sensor
onderbroken waardoor de sensor opnieuw wordt gestart. Daarbij
worden na elkaar de toestanden uitvalsignaal, volmelding (< 1 mA) en
leegmelding (> 2,2 mA) gesimuleerd. Controleer of bij het indrukken
van de testknop het uitvalsignaal wordt gegeven (rode LED brandt).
Bij uitgeschakelde kabelbewaking brandt de rode LED niet.
Na het loslaten van de testknop komt de sensor weer onder spanning.
Tijdens de inschakelfase van de sensor ontstaat een korte stroomver-
hoging, die het aantrekken van het relais en branden van de gele LED
tot gevolg heeft. Dit is voor het beoordelen van de test niet relevant.
Zodra de sensor bedrijfsklaar is, wordt gedurende ca. 3 s een vol-
melding gesimuleerd. Hierbij brandt de gele LED niet en het relais is
afgevallen. Voor een positieve testbeoordeling moet deze tijd tussen
2 s en 4 s liggen.
Aansluitend wordt door de sensor gedurende ca. 1,5 s een leegmel-
ding gesimuleerd, hierbij brandt de gele LED en het relais is aange-
trokken. Voor een positieve testbeoordeling moet deze tijd minimaal
1 s zijn.
De testprocedure is nu beëindigd, LED en relais keren terug naar de
actuele bedrijfstoestand.
6 In bedrijf nemen
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave